Advertenties
Inleiding van geavanceerde functies
Item
T.38 TX-transport
T.38-mediatype
T.38 RX-poortnummer
RTP RX-poortnummer
Gerelateerde informatie
"Verzenden en ontvangen van IP-faxen met G3 Fax-compatibele apparaten (via een VoIP-gateway)" op
&
pagina 182
Een VoIP-gateway registreren
Registreer de VoIP-gateway die u wilt gebruiken voor het verzenden en ontvangen van IP-faxen.
1. Open Web Config en selecteer dan het tabblad Fax > IP-FAX-instellingen > VoIP-gateway-instellingen.
2. Klik op Geregistreerde VoIP-gateway > Bewerken.
Het scherm met de lijst van geregistreerde VoIP-gateways verschijnt.
3. Selecteer het nummer dat u wilt registreren of bewerken en klik vervolgens op Bewerken.
4. Stel elk item in.
❏ Naam
Voer de naam in van de VoIP-gateway met maximaal 30 tekens die kunnen worden uitgedrukt in UTF-16.
Het is echter niet mogelijk stuurtekens (0x00 tot 0x1F en 0x7F) te gebruiken.
❏ IP-adres
Voer de hostnaam of het IP-adres in voor de VoIP-gateway. U kunt 0 tot 127 tekens invoeren die kunnen
worden uitgedrukt in ASCII (0x20 tot 0x7E). U kunt echter geen spaties of de volgende tekens gebruiken:
"<>\^`{¦}
>
>
IP-fax
IP-faxfuncties beschikbaar stellen
Instellingen en beschrijvingen
Na het tot stand brengen van een SIP-sessie, verschijnt de UDPTL dat het protocol
is dat moet worden gebruikt bij het verzenden en ontvangen van gegevens.
Na het tot stand brengen van een SIP-sessie, verschijnt de image die het type
mediastream is dat moet worden gebruikt bij het verzenden en ontvangen van
gegevens.
Voer het poortnummer in voor het ontvangen van T.38-gegevens met cijfers van
één byte binnen een bereik van 1 tot 65535.
Voer het poortnummer in voor het ontvangen van RTP-gegevens (Real-time
Transport Protocol) met cijfers van één byte binnen een bereik van 1024 tot
65534.
184
Advertenties
Hoofdstukken
Probleemoplossen
