Advertenties
Opslagruimte gebruiken
2. Selecteer
.
3. Configureer elk item in het scherm Instellingen voor opslag.
❏ Mapnummer: ongebruikte nummers worden automatisch toegewezen.
❏ Mapnaam (vereist): voer een naam in van 30 letters. U kunt een reeds bestaande naam invoeren.
❏ Mapwachtwoord: hiermee kunt u wachtwoordbeveiliging instellen voor de map. Wanneer u een
wachtwoord instelt, moet het wachtwoord worden ingevoerd bij het opslaan van bestanden in de map, het
bekijken van bestanden in de map of bewerken van de map.
❏ Instellingen Bestanden automatisch verwijderen.: hiermee geeft u aan of het opgeslagen bestand
automatisch moet worden verwijderd. Selecteer Aan om Periode tot verwijdering in te stellen. Bestanden
worden automatisch verwijderd wanneer de ingestelde termijn is verstreken na het laatste gebruik van het
bestand. Als bestanden niet zijn gebruikt, worden deze verwijderd wanneer de ingestelde termijn na het
opslaan is verstreken. Gebruikers kunnen dit instellen wanneer de instelling Instel. > Algemene
instellingen > Instellingen voor opslag > Toegangsbeheer gedeelde map > Toegang is ingesteld op
Toegestaan en de instelling Instelling instantie automatisch verwijderen is ingesteld op Gebruiker.
Beheerders kunnen dit ongeacht de instelling Instelling instantie automatisch verwijderen instellen.
Bestanden opslaan in de opslagruimte
Te kopiëren originele gegevens opslaan in de opslagruimte
U kunt gegevens opslaan in de opslagruimte. U kunt gegevens ook tegelijkertijd met het opslaan naar de
opslagruimte, kopiëren.
1. Plaats de originelen.
"Originelen plaatsen" op pagina 212
2. Selecteer Kopiëren op het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer vervolgens Bestand opslaan.
4. Schakel de instelling Bestand opslaan in.
5. Configureer de instellingen.
"Bestand opslaan:" op pagina 334
x
6. Druk op
.
Gegevens op een geheugenapparaat opslaan in de opslagruimte
U kunt gegevens opslaan in de opslagruimte. U kunt gegevens ook tegelijkertijd met het opslaan naar de
opslagruimte, afdrukken.
1. Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
"Een extern USB-apparaat plaatsen en verwijderen" op pagina 218
>
Bestanden opslaan in de opslagruimte
413
>
Gegevens op een geheugenapparaat opslaa
Advertenties
Hoofdstukken
Probleemoplossen
