Download Print deze pagina

De Poortconfiguratie Controleren - Windows - Epson AM-C6000 Series Gebruikershandleiding

Advertenties

De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
Opmerking:
Als u de printernaam opgeeft in een netwerk waarin naamomzetting beschikbaar is, wordt het IP-adres zelfs gevolgd als
het IP-adres van de printer door DHCP is gewijzigd. U kunt de naam van de printer controleren vanaf het
netwerkstatusscherm op het bedieningspaneel van de printer of op een netwerkstatusvel.
6. Stel de printerdriver in.
❏ Als de printerdriver al is geïnstalleerd:
Selecteer Fabrikant en Printers. Klik op Volgende.
7. Volg de instructies op het scherm.
Wanneer u de printer gebruikt onder de server/client-verbinding (delen van de printer met de Windows-server),
configureert u de instellingen dienovereenkomstig.
De poortconfiguratie controleren — Windows
Controleer of de juiste poort is ingesteld voor de afdrukwachtrij.
1. Open het scherm Apparaten en printers.
Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden of Hardware > Apparaten en
printers.
2. Open het scherm met printereigenschappen.
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen van printer.
3. Klik op het tabblad Poorten, selecteer Standaard TCP/IP-poort en klik vervolgens op Poort configureren.
4. Controleer de poortconfiguratie.
❏ Voor RAW
Controleer of Raw is geselecteerd bij Protocol en klik vervolgens op OK.
❏ Voor LPR
Controleer of LPR is geselecteerd bij Protocol. Voer "PASSTHRU" in bij Wachtrijnaam in LPR-
instellingen. Selecteer LPR-bytetelling ingeschakeld en klik vervolgens op OK.
De printer delen (alleen Windows)
Wanneer u de printer gebruikt met de server-clientverbinding (printer delen via de Windows-server), stelt u het
delen van de printer in op de afdrukserver.
1. Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven op de afdrukserver.
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram (afdrukwachtrij) waarmee u wilt delen en selecteer
vervolgens het tabblad Printereigenschappen > Delen.
3. Selecteer Deze printer delen en voer een naam in bij Sharenaam.
Klik voor Windows Server 2012 op Opties voor delen wijzigen en configureer de instellingen.
124
>
Instellingen voor afdrukken

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Am-c5000 seriesAm-c4000 series