Installatie (vervolg)
Pomptemperatuur
371 °C (700 °F)
Aanbevolen instellingen voor model 3796
Pomptemperatuur
10 °C (50 °F)
65 °C (150 °F)
120 °C (250 °F)
175 °C (350 °F)
218 °C (450 °F)
228 °C (550 °F)
343 °C (650 °F)
371 °C (700 °F)
Richtlijnen voor uitlijningsmetingen
Richtlijn
Zorg dat het koppelingsgedeelte van de pomp en het
koppelingsgedeelte van de aandrijving samen draaien, zodat de
stangen van de meetklokken contact hebben met dezelfde
punten op het koppelingsgedeelte van de aandrijving.
Wanneer aanpassingen zijn vereist, moet u alleen de aandrijving
verplaatsen of pasringen aanbrengen.
Zorg ervoor dat de ankerbouten voor het steunvlak van de
aandrijving goed zijn aangedraaid wanneer u indicatormetingen
uitvoert.
Zorg ervoor dat de ankerbouten voor het steunvlak van de
aandrijving zijn losgedraaid voordat u uitlijningscorrecties
uitvoert.
Controleer de uitlijning nogmaals na eventuele mechanische
aanpassingen.
Meetklokken voor uitlijning bevestigen
U hebt twee meetklokken nodig om deze procedure te voltooien.
1.
Bevestig twee meetklokken op het koppelingsgedeelte (X) van de pomp:
a) Bevestig een van de meetklokken (P) zo dat de stang ervan in contact komt met de rand van het
b) Bevestig de andere meetklok (A) zo dat de stang ervan in contact komt met het binnenuiteinde
56
koppelingsgedeelte (Y) van de aandrijving.
Met deze meetklok wordt verkeerde parallelle uitlijning gemeten.
van het koppelingsgedeelte van de aandrijving.
Met deze meetklok wordt verkeerde hoekuitlijning gemeten.
Model 3196 i-FRAME Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Aanbevolen instelling
N.v.t.
Aanbevolen instelling
0,05 mm (0,002 inch) , laag
0,03 mm (0,001 inch) , hoog
0,12 mm (0,005 inch) , hoog
0,23 mm (0,009 inch) , hoog
0,33 mm (0,013 inch) , hoog
0,43 mm (0,017 inch) , hoog
N.v.t.
N.v.t.
Verklaring
Hiermee voorkomt u een onjuiste meting.
Hiermee voorkomt u dat er spanning
komt te staan op het leidingwerk.
Hiermee wordt voorkomen dat de
aandrijving wordt verplaatst, omdat dit
voor een onjuiste meting zorgt.
Dit maakt het mogelijk de aandrijving te
verplaatsen tijdens het uitvoeren van
correcties.
Hiermee worden eventuele verkeerde
uitlijningen gecorrigeerd die door een
aanpassing zijn veroorzaakt.