Bediening
beeld niet gedraaid of gespiegeld en wordt er een waarschuwing weergegeven op de
onderzoeksmonitor en het touchscreen van de C-boog.
Als een beeld wordt opgeslagen op USB, wordt afgedrukt of wordt gekopieerd naar de
referentiemonitor, wordt de tekening daarbij opgenomen. Als een beeld wordt geëxporteerd (DICOM),
wordt de tekening daar niet bij opgenomen.
Tekenen met het hulpmiddel Omtrek
1
Klik op de knop voor het hulpmiddel Omtrek op de onderzoeksmonitor op het mobiele
weergavestation.
OPMERKING
De hulpmiddelen voor het tekenen van een omtrek worden weergegeven en de functie Draw
(Tekenen) is standaard geselecteerd.
2
Als u een stip wilt tekenen op het beeld, klikt u op de plaats in het beeld waar u de stip wilt hebben.
Er wordt een stip op het beeld getekend.
LET OP
Gebruik uw vinger op het touchscreen en de touchpad of gebruik een externe muis om schade
aan en krassen op de onderzoeksmonitor te voorkomen.
Figuur 103 Voorbeeld van stippen op een beeld
3
Gebruik de muis of uw vinger op het touchscreen voor de beste resultaten als u een lijn op het
beeld wilt tekenen.
OPMERKING
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
De knop voor het hulpmiddel Omtrek wordt uitgeschakeld als het beeld wordt
vergroot.
De Draw (Tekenen)-knop wordt uitgeschakeld en een waarschuwing wordt
weergegeven als een tekening reeds het maximale aantal lijnen en stippen bevat.
Er kunnen maximaal 25 lijnen en 25 stippen worden opgeslagen op het systeem.
179
Opties
Philips 3000 063 93991