Systeemoverzicht
Figuur 35 Cardiale en vasculaire uitbreidingslabels op de console van de C-boog
De cardiovasculaire uitbreiding biedt alle functies die nodig zijn voor een optimale ondersteuning van
cardiovasculaire casussen. Het biedt een uitgebreide reeks hulpprogramma's voor vasculaire
beeldvorming, hoge pulssnelheden en speciale programma's hart.
Vasculaire verwerking omvat de volgende functionaliteiten:
•
In de subtractiemodus worden digitaal gesubtraheerde beelden weergegeven, voor een heldere
visualisatie van het contrastmiddel.
•
In de traceringsmodus worden de bloedvaten volledig opaak weergegeven (piek-opaciteit).
•
Met de roadmapfunctionaliteit wordt kathetergeleiding ondersteund.
•
Remask kan worden gebruikt om het beste beeld in een run opnieuw te selecteren als maskerbeeld
voor contrastruns.
•
Met Smart Mask worden de röntgendosis en het gebruik van contrastmedia gereduceerd door
eerder verworven maskerbeelden te gebruiken voor roadmapping.
•
Met Landmarking wordt een niet-gesubtraheerd achtergrondbeeld ingesteld als anatomische
referentie. De zichtbaarheid van de achtergrond kan stapsgewijs worden ingesteld.
•
Pixelshift kan worden gebruikt voor het compenseren van bewegingsartefacten.
•
Met Subtractie aan/uit wordt de oriëntatie voor gesubtraheerde beelden tijdens
roadmapprocedures vereenvoudigd (te regelen via de afstandsbediening of de gebruikersinterface
op het mobiele weergavestation).
•
Met de View Trace wordt er een traceringsbeeld gemaakt tijdens de nabewerking.
•
CO
•
CO
•
CO
Deze uitbreiding bevat tevens specifieke parameters voor elektrofysiologische procedures,
geavanceerde plaatsing van pacemakers en cardiale procedures zoals vervanging van hartkleppen. Met
de geoptimaliseerde hoge pulssnelheid van maximaal 30 frames per seconde, met een maximum van
60 mA, kan een scherpe beeldvorming van snel bewegende anatomie in het interessegebied worden
gerealiseerd.
4.3.11
Draadloos LAN
De optie Draadloos LAN biedt de mogelijkheid een netwerkverbinding te onderhouden met het RIS/ZIS
van uw instelling zonder dat hiervoor een fysieke verbinding (netwerkkabel) nodig is.
Dit vergroot de flexibiliteit en mobiliteit van het systeem bij de overdracht van patiëntinformatie tussen
het systeem en netwerkarchieven, zoals een PACS-systeem.
4.3.12
Image Viewer
U kunt eerder verworven beelden en preoperatieve beelden importeren in het systeem vanaf een PACS,
USB flash-station of DVD, met de optionele Image Viewer.
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
-subtractiemodus.
2
-traceringsmodus (live tracering wit).
2
-roadmap met Smart Mask (hergebruik van eerder verworven beeld).
2
70
Opties
Philips 3000 063 93991