Bediening
Als de zoom-, meet-, annotatie- of omtreknabewerkingsfunctie is toegepast op het laatste beeld
vasthouden, wordt het beeld niet gedraaid.
1
Roteer het beeld door de beeldrotatieknop in een cirkelbeweging rechtsom of linksom te verslepen
op het touchscreen van de C-boog.
Wanneer een beeld wordt gedraaid, worden de shutterregelaars, shuttermarkers en de indicatoren
ook gedraaid rondom het middelpunt van het beeld.
2
Als u het beeld wilt herstellen naar de oorspronkelijke positie, sleept u het beeldrotatiepictogram
terug naar de oorspronkelijke positie op het touchscreen van de C-boog.
De nieuwe instelling wordt gebruikt voor volgende beelden in dit onderzoek.
De laatst geselecteerd beeldrotatie wordt toegepast op alle opgeslagen beelden in een run.
OPMERKING
5.17.4
Beelden horizontaal en verticaal spiegelen
Het live röntgenbeeld of het LIH-beeld (last image hold, laatste beeld vasthouden) kan horizontaal
worden gespiegeld (links/rechts), of verticaal worden gespiegeld (boven/onder).
Het is niet mogelijk een beeld te spiegelen als er een omtrektekening aanwezig is. Als er wordt
geprobeerd het beeld te spiegelen terwijl er een tekening aanwezig is, wordt het beeld niet gespiegeld
en wordt er een waarschuwing weergegeven op de onderzoeksmonitor en het touchscreen van de C-
boog.
Als de zoom-, meet-, annotatie- of omtreknabewerkingsfunctie is toegepast op het LIH-beeld, wordt
het beeld niet gespiegeld.
1
Als u een beeld naar links of rechts wilt spiegelen, tikt u op de schakelknop Mirror (Spiegelen) op
het touchscreen van de C-boog.
De knop wordt actief (gele rand) wanneer het beeld wordt gespiegeld.
De nieuwe instelling wordt gebruikt voor volgende beelden in dit onderzoek.
2
Tik nogmaals op de schakelknop Mirror (Spiegelen) om het gespiegelde beeld te herstellen naar de
oorspronkelijke stand.
De knop wordt inactief (geen rand) en het beeld keert terug naar de oorspronkelijke stand.
De nieuwe instelling wordt gebruikt voor volgende beelden in dit onderzoek.
3
Als u een beeld naar boven of beneden wilt spiegelen, tikt u op de schakelknop Flip (Omklappen)
op het touchscreen van de C-boog.
De knop wordt actief (gele rand) wanneer het beeld verticaal wordt gespiegeld.
De nieuwe instelling wordt gebruikt voor volgende beelden in dit onderzoek.
4
Tik nogmaals op de schakelknop Flip (Omklappen) om het gespiegelde beeld te herstellen naar de
oorspronkelijke stand.
De knop wordt inactief (geen rand) en het beeld keert terug naar de oorspronkelijke stand.
De nieuwe instelling wordt gebruikt voor volgende beelden in dit onderzoek.
OPMERKING
Zenition 50 Uitgave 1.1 Gebruiksaanwijzing
Wanneer een nieuw onderzoek wordt begonnen, wordt de beeldrotatie gereset op
de standaardinstelling.
De laatst gekozen beeldspiegeling wordt toegepast op alle opgeslagen beelden
in een run.
126
Essentiële beeldfuncties
Philips 3000 063 93991