Montagehandleiding ECblue
5.4
Uitvoering met aansluiting via M12-connectoren
Informatie
•
Neem bij het aanbrengen van M12-connectoren op de aansluitleidingen de bijgevoegde
aansluitschema's met pinbelegging en het aansluitschema in de handleiding in acht.
Soort, aantal, codering en aansluitbelegging van de steekverbindingen kunnen afhankelijk van de
•
uitvoering variëren.
•
Voor het vergrendelen van de steekverbinding de draadring aan de kant van de aansluitleiding
handvast aandraaien.
•
Voor het aansluiten is het niet nodig het afsluitdeksel te verwijderen!
Voorbeeld
1 Netspanning
2 Uitsturing
5.5
EMC-gerechte installatie van de stuurleidingen
Om instrooiingen te voorkomen, moet op voldoende afstand tussen net- en stuurleidingen worden
gelet. De lengte van de stuurleidingen mag max. 30 m bedragen, vanaf 20 m moeten deze
afgeschermd zijn! Bij gebruik van een afgeschermde leiding moet het scherm aan een kant, d.w.z.
alleen op de signaalbron met de beschermingsleiding worden verbonden (zo kort en indicatiearm
mogelijk!).
5.6
Spanningsvoorziening
5.6.1
Netspanning
Gevaar door elektrische stroom
•
Let er absoluut op dat de netspanning overeenkomt met die op het typeplaatje en binnen de
toegelaten tolerantiegegevens ligt (zie Technische gegevens).
Tussen de aansluiting van de spanningsvoorziening van het apparaat en de beschermingsleiding
•
"PE", is in geen geval een hogere spanning toegestaan dan de aangegeven netspanning van het
apparaat!
•
Aansluiting netspanning op: PE, L1 en N.
•
Opgelet!
– Opdat de begrenzing van de inschakelstroom actief wordt, moet na de uitschakeling van de
netspanning een wachttijd van minstens 90 seconden worden aangehouden voor de
hernieuwde inschakeling!
5.6.2
Noodzakelijke kwaliteitskenmerken van de netspanning
Gevaar door elektrische stroom
De netspanning moet overeenkomen met de kwaliteitskenmerken van de EN 50160 en de
gedefinieerde normspanningen van de IEC 60038!
L-BAL-F055D-NL 2021/51 Index 006
Pinbelegging van de steekverbindingen
Art.-nr.
20/56
Elektrische installatie