Inhoudsopgave
Advertenties
3.47 Noodneerlaten van de laadinrichting bij stilstand van de motor
Neerlaten of omhoog heffen
afb. 94: Neerlaten / optillen van de laadinrichting
BA 348-01 * 2.0 * 34801b340.fm
De bediening van de stuurhendel (optie) vindt op analoge wijze plaats als de bediening
van de stuurhendel (serie).
11
Neerlaten van de laadinrichting als volgt uitvoeren:
• Controleer of zich niemand in de gevarenzone bevindt
• Parkeerrem (handrem) aantrekken
• Stuurhendel langzaam naar voren (stand C) drukken, tot de laadinrichting volledig
neergelaten is
• Stuurhendel 11 loslaten
• Ontsteking uitschakelen en contactsleutel lostrekken
De laadinrichting als volgt omhoog bewegen
• Hijswerktuig (kraan) op laadinrichting aanbrengen
• Stuurhendel 11 naar achteren (stand E) trekken en daar houden
• Laadinrichting met hijswerktuig op transportstand omhoog brengen
• Stuurhendel 11 loslaten
Gevaar!
Gevaar voor ongevallen, letselgevaar, gevaar voor schade aan het
voertuig!
Bij activering van de leidingbreukbeveiliging (optie) na breuk van een slang of
buis nooit de laststabilisator (optie) inschakelen!
Geladen lasten zo nodig met een tweede voertuig wegnemen.
Geautoriseerde vakgarage contacteren.
Let op!
Het neerlaten in noodgeval is enkel mogelijk bij ingeschakelde laststabilisator
(optie)!
Bij uitgeschakelde laststabilisator moet die ingeschakeld worden voor de
nooduitschakeling.
Bij uitvoering zonder laststabilisator contact opnemen met een geautoriseerde
vakgarage.
Aanwijzing!
Het uitvallen van de dieselmotor door een erkende garage laten controleren en
herstellen
Aanwijzing!
De transport-bodemvrijheid in combinatie met standaardbak en standaard
banden bedraagt ca. 200 mm.
Bediening 3
3-71
Advertenties
Inhoudsopgave
