Inhoudsopgave
Advertenties
3 Bediening
Zekering stuurhendel (laadinrichting) en 3e stuurkring mechanisch (serie)
A
afb. 64: Bedieningshendels beveiligen
3-42
11
12
Bij het rijden op de openbare weg moeten de stuurhendel 11 (laadinrichting) en de
stuurhendel 12 (3e stuurkring snelwisselinrichting) beveiligd worden tegen het onbedoeld
bedienen.
Stuurhendel 11 (laadinrichting) vastzetten
• Stuurhendel 11 in de neutrale stand verticaal naar beneden drukken.
De stuurhendel wordt in deze positie geblokkeerd en kan niet meer bewogen
worden
Laadinrichting is beveiligd tegen onbedoelde bediening
Stuurhendel 12 (3e stuurkring) vastzetten
• Stuurhendel 12 in middelste stand brengen
• Veiligheidshuls A op de stuurhendel 12 naar beneden in het arrêt drukken
(zie pijl
Stuurhendel 12 is geblokkeerd in deze stand
3e stuurkring is beveiligd tegen het onbedoeld bedienen
Gevaar!
Gevaar van ongevallen door onbeveiligde stuurhendel!
Om gevaar voor ongevallen te vermijden, bij het rijden op de openbare weg:
Stuurhendel 11 (laadinrichting) beveiligen tegen het onbedoeld bedienen
Stuurhendel 12 (3e stuurkring snelwisselinrichting) beveiligen tegen het
onbedoeld bedienen
Na elke opname van een hulpwerktuig aan de snelwisselinrichting, 3e
stuurkring beveiligen tegen het onbedoeld bedienen
)
BA 348-01 * 2.0 * 34801b330.fm
Advertenties
Inhoudsopgave
