Inhoudsopgave
Advertenties
BA 348-01 * 2.0 * Sicherheit_Radlader.fm
• Werkwijzen die de stabiliteit van het voertuig negatief beïnvloeden zijn verboden.
• Zorg er bij werkzaamheden op hellingen voor dat het voertuig zo mogelijk bergop of
bergaf rijdt. Wanneer niet kan worden vermeden dat het voertuig in dwarsrichting rijdt,
dient u rekening te houden met de kantelgrens van het voertuig.
Hulpwerktuigen etc. moeten hierbij altijd zo laag mogelijk bij de grond worden
gehouden. Dit geldt ook als u van een helling rijdt.
Tijdens het dwars rijden moet de last zich steeds aan de kant van de berg bevinden.
• Op de helling de rijsnelheid steeds aanpassen aan de omstandigheden.
Nooit op, maar altijd vóór de helling naar de lagere versnelling schakelen.
• Beveilig het voertuig als u de bestuurdersstoel verlaat altijd tegen onbedoeld wegrollen
en onbevoegd gebruik.
De hulpwerktuigen op de grond laten zakken
• Controleer alvorens met het werk te beginnen:
• Of alle veiligheidsinrichtingen volgens de voorschriften zijn aangebouwd en goed
functioneren
• Een goedgekeurde gevarendriehoek, waarschuwingslamp en EHBO-doos
voorhanden zijn.
• Vóór het starten of vóór het begin van het werk moet u:
• Controleren of het zicht voldoende is (vergeet de achteruitkijkspiegel niet.)
• uw stoel in de juiste stand zetten (rempedaal moet helemaal kunnen worden
ingetrapt),
verstel de bestuurdersstoel nooit tijdens het rijden of tijdens het werk.
• Veiligheidsgordel omdoen
• Onmiddellijke omgeving controleren (kinderen.)
De bestuurder is op het werkterrein aansprakelijk voor letsel of schade die aan
derden wordt toegebracht.
• Bij het gebruik van brandstof is voorzichtigheid geboden. Verhoogd brandgevaar!
Zorg ervoor dat de brandstof niet in aanraking komt met hete onderdelen.
Vul nooit brandstof bij in de buurt van open vuur of ontvlambare vonken. Schakel het
voertuig voor het tanken uit en rook niet.
• Klim nooit op een rijdend voertuig en spring er niet af.
• Als de verlichtingsinstallatie van het voertuig niet toereikend is voor de veilige
uitvoering van bepaalde werkzaamheden, dan moet de werklocatie aanvullend worden
verlicht.
• Aangebouwde werklampen mogen tijdens het rijden op de openbare weg niet
ingeschakeld zijn. Tijdens de werkzaamheden enkel dan, wanneer niet te verwachten
is dat verkeersdeelnemers op openbare wegen hierdoor worden geblindeerd.
• De hydrostatische vierwielbesturing vergt enige gewenning. Pas de rijsnelheid daarom
aan uw capaciteiten en aan de omgeving aan. Het type besturing mag uitsluitend
worden ingesteld en gewijzigd als het voertuig stilstaat.
Veiligheidsvoorschriften 2
2-7
Advertenties
Inhoudsopgave
