Inhoudsopgave
Advertenties
3 Bediening
3.59 Voertuig wegslepen en transporteren
Veiligheidsvoorschriften voor het wegslepen
3-114
Bij het uitvallen van de dieselmotor en/of de hydraulische rijaandrijving kan het voertuig
onder de volgende voorwaarden uit de gevarenzone worden weggesleept.
• Zich vergewissen van de mogelijke gevaren van het wegslepen en evt. een beroep
doen op een sleepdienst of erkende vakgarage voor het wegslepen
• Het wegslepende voertuig (trekmachine) moet uitgerust zijn met voldoende trekkracht
en een veilig remsysteem.
• Het voertuig mag uitsluitend worden weggesleept met geschikte hulpmiddelen
(sleepstang) in combinatie met geschikte wegsleepinrichtingen, zoals
wegsleepkoppeling, haken, ogen!
• Bij wegslepen op het voorste wegsleepoog moet, speciaal in bochten,
door overeenkomstige stuuruitslag erop gelet worden, dat de banden niet met het
wegsleepmiddel in aanraking komen!
• Niemand mag zich in de gevarenzone bevinden!
• Het voertuig mag met een sleepkabel worden weggesleept, indien de bedrijfsremmen
en de besturing goed werken!
• Bij het wegslepen, indien mogelijk, dieselmotor stationair laten lopen
Gevaar!
Gevaar van ongevallen. De losgemaakte remschijven in de wielmotoren van
de vooras moeten na het wegslepen weer geactiveerd worden!
Let op!
Wanneer de dieselmotor of hydraulische pomp uitvalt, worden de remschijven
van de parkeerrem (handrem) in de wielmotoren van de voorste as automatisch
geactiveerd en moeten ze voor het wegslepen mechanisch geopend worden
(accumulator-remsysteem)!
Let op!
Om schade aan de hydrostatische rijaandrijving (regelbare pomp) en de
wielmotoren te vermijden, moeten voor het wegslepen de hogedrukleidingen
aan het ventielblok en de remschijven in de wielmotoren gedeactiveerd
worden
– zie hoofdst.
Wegslepen uit de gevarenzone enkel met stapvoetse snelheid en over
korte trajecten (max. 300 meter)!
Voorbereiding voor het afslepen op pagina 3-115!
BA 348-01 * 2.0 * 34801b340.fm
Advertenties
Inhoudsopgave
