boiLer vuLLeN eN LeegmakeN
Het is mogelijk om de boiler te vullen en
leeg te maken.
Het vullen van het hydraulische circuit ge-
beurt automatisch.
Bij handelingen aan het hydraulische circuit
of wanneer er een aanzienlijk tekort aan
water bestaat moet het hydraulische circuit
handmatig worden gevuld.
Met de functie "boiler leegmaken" wordt er
een magneetklep geopend, zodat er lucht
in de boiler kan komen.
boiLer vuLLeN
Het vullen van de boiler gebeurt automa-
tisch bij het installeren van het apparaat.
Gebruik de functie voor het vullen van de
boiler na onderhoud aan de hydraulische
installatie of als er vaak luchtbellen vormen.
boiLer LeegmakeN
Het leegmaken van de boiler dient door
technisch personeel te worden uitge-
voerd.
Het water van de boiler is erg heet
en veroorzaakt brandwonden.
Wacht met het leegmaken van de
boiler totdat het water in de boiler is
afgekoeld.
Het apparaat voorziet in een procedure
voor "snel afkoelen" van de boiler.
Met de functie voor het leegmaken wordt er
een magneetklep van de boiler geopend,
zodat er lucht in de boiler komt.
66
test macHiNeparameters
Hiermee wordt de activeringstijd van de
componenten tijdens de zelftest ingesteld.
terugzetteN Naar fabrieksiNsteLLiNgeN
Hiermee kan het apparaat naar de fa-
brieksinstellingen worden teruggezet.
Alle statistische gegevens, de storin-
genlijst en de uitgevoerde instellingen
gaan verloren.
iNsteLLiNg Datum eN tijD
Datum en tijd worden gebruikt voor het re-
gistreren van gebeurtenissen (bijvoorbeeld
storingen, ...), voor het beheren van de
geprogrammeerde reinigingen en voor het
melden van onderhoud.
Stel de huidige datum en tijd in.
taaL
Het is mogelijk om de standaardtaal voor
weergave van de meldingen van de gebrui-
kersinterface en de menu's aan te passen.
Voor de functie "taal wijzigen" is er een aan-
tal talen beschikbaar.
gebruikersprofieLeN
Het is mogelijk om het gebruik van bepaal-
de functies voor programmering in of uit te
schakelen, met behulp van de toegangs-
profielen.
Het toegangsprofiel zorgt ervoor dat alleen
de functies die ermee verbonden zijn ge-
bruikt kunnen worden.
Ieder gebruikersprofiel heeft een toegangs-
wachtwoord.
De standaardwachtwoorden zijn:
- Technicus (4444),
- Distributeur (3333),
- Lader (2222),
- Gebruiker (1111).
De geavanceerde programmeerfuncties
moeten uitsluitend worden voorbehou-
den voor personen met specifieke ken-
nis van het apparaat (technisch perso-
neel) en van de hygiënische normen.
Met deze functie kunt u het wachtwoord
voor toegang tot elk gebruikersprofiel ver-
anderen. Tik het pictogram van het toetsen-
bord om het wachtwoord te wijzigen.
01-2018 5035 01