Parameterbeschrijving
om extreme ruis van de terugkoppelingssensor te
verwijderen voordat u PID autotuning inschakelt.
21-00 Type met terugk.
Option:
Functie:
Deze parameter bepaalt de reactie van de
toepassing. De standaardmodus zou geschikt
moeten zijn voor de meeste toepassingen. Als
de relatieve toepassingssnelheid bekend is, kan
deze hier worden geselecteerd. Dit verkort de
benodigde tijd voor het PID autotuningproces.
De instelling heeft geen invloed op de waarde
van de afgestelde parameters en wordt
uitsluitend gebruikt voor de PID autotuningpro-
cedure.
[0]
Auto
*
[1]
Snelle
druk
[2]
Trage druk
[3]
Snelle
temp.
[4]
Trage
temp.
21-01 PID-prestaties
Option:
Functie:
[0]
Normaal De instelling Normaal is geschikt voor drukre-
*
geling in ventilatorsystemen.
De instelling Snel wordt over het algemeen
[1]
Snel
gebruikt in pompsystemen, waarbij een snellere
regelrespons gewenst is.
21-02 PID uitgangswijz.
Range:
Functie:
0.10
[0.01
Deze parameter bepaalt de grootte van de
*
- 0.50 ]
stappen tijdens het autotuningproces. De waarde
is een percentage van het volledige werkbereik.
Wanneer de maximale analoge uitgangsspanning
bijvoorbeeld is ingesteld op 10 V, staat de waarde
0,10 voor 10% van 10 V, oftewel 1 V. Stel deze
parameter in op een waarde die leidt tot een
wijziging in de terugkoppeling van 10-20%; dit
geeft de beste afstellingsnauwkeurigheid.
21-03 Min. terugk.niveau
Range:
Functie:
-999999
Geef het minimaal toegestane
*
[ -999999.999
terugkoppelingsniveau op in de
- par. 21-04 ]
eenheid die is geselecteerd in
MG11CE10
Programmeerhandleiding
21-03 Min. terugk.niveau
Range:
21-04 Max. terugk.niveau
Range:
999999
21-09 PID autotuning
Option:
[0]
Uitgesch.
*
[1]
Uitgebr PID1
ingesch.
[2]
Uitgebr PID2
ingesch.
[3]
Uitgebr PID3
ingesch.
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
•
Parameter 21-10 Uitgebr ref/
terugk.eenh 1 voor Uitgebr. CL
1
•
Parameter 21-30 Uitgebr ref/
terugk.eenh 2 voor Uitgebr. CL
2
•
Parameter 21-50 Uitgebr ref/
terugk.eenh 3 voor Uitgebr. CL
3.
Als het niveau lager wordt dan de in
parameter 21-03 Min. terugk.niveau
ingestelde waarde, wordt het autotu-
ningproces afgebroken en verschijnt er
een foutmelding op het display.
Functie:
[ par. 21-03
Geef het maximaal toegestane terugkop-
*
-
pelingsniveau op in de eenheid die is
999999.999
geselecteerd in:
]
•
Parameter 21-10 Uitgebr ref/
terugk.eenh 1 voor Uitgebr. CL 1
•
Parameter 21-30 Uitgebr ref/
terugk.eenh 2 voor Uitgebr. CL 2
•
Parameter 21-50 Uitgebr ref/
terugk.eenh 3 voor Uitgebr. CL 3.
Als het niveau hoger wordt dan de in
parameter 21-04 Max. terugk.niveau
ingestelde waarde, wordt het autotuning-
proces afgebroken en verschijnt er een
foutmelding op het display.
Functie:
Deze parameter maakt het mogelijk om
een uitgebreide PID-regelaar te selecteren
en de PID autotuningprocedure voor deze
regelaar te starten. Wanneer het
automatisch afstellen met succes is voltooid
en de instellingen door de gebruiker zijn
geaccepteerd via [OK] of zijn afgewezen via
[Cancel], wordt deze parameter teruggezet
op [0] Uitgesch.
3
3
163