B
DB-9-connectorpins
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Er moet een reeks opdrachten via de printerinterface worden verzonden om een kaart in de printer te plaatsen. Deze wordt vervolgens
onder het station geplaatst, waarna er contact wordt gemaakt (zie programmeringshandleiding).
De opdrachtenreeks is als volgt:
Een kaart gaat van de toevoer naar het contactstation en stopt daar.
l
De kaart wordt naar boven geduwd om contact te maken met het station.
l
De printer verbindt het contactstation met de DB9-connector.
l
De chip wordt geprogrammeerd via de externe koppeling.
l
Raadpleeg de SDK van de Evolis-printer voor meer details over het programmeren van chipkaarten.
De productcatalogus van Evolis heeft printers die zijn uitgerust met een chip-contactstation en een ingebouwde encoder. Afhankelijk
van het model kunnen deze encoders via een USB-interface op de computer worden aangesloten.
C1: Vcc
C2: RST, Reset
C3: CLK, Klok
C4: Gereserveerd
C5: GND, Aarding
C6: Vpp
C7: I/O, Invoer/Uitvoer
C8: Gereserveerd
C9: OPTO+, Kaartdetectiesignaal
78
Contactpunten van de chipkaart