Inhoudsopgave
Advertenties
1
1-2 De printer veilig bedienen
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen om een veilige werking van de printer te garanderen. Doe ook
niets wat niet in deze handleiding wordt beschreven. Dit kan ongelukken veroorzaken.
Installeer de printer niet:
Zet de printer uit de buurt van muren zodat de lucht kan circuleren. Houd ook minstens 30 cm boven de printer vrij en minstens 15 cm
aan weerszijden van de printer.
Door blokkering van de ventilatieopeningen kan de printer oververhit raken en vlam vatten.
Gebruik een specifieke stroomkabel en niet een verlengsnoer met meerdere stopcontacten.
l
Zorg dat u stof van de stekker en het stopcontact verwijdert. Met vocht wordt een microstroom op het oppervlak gecreëerd, wat tot
l
oververhitting of brand kan leiden.
Beschadig of wijzig de stroomkabel niet. Zet ook geen zware voorwerpen op de kabel, trek er niet aan en buig de kabel niet teveel.
l
Sluit de stroomkabel niet aan en trek hem niet uit het stopcontact met natte handen.
l
Zorg dat er een aardleiding is aangesloten. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de aardleiding:
l
Zorg dat u de stroom uitschakelt en de stekker uit het stopcontact haalt voordat u de printer verplaatst.
l
Trek aan de stekker, niet aan de kabel, wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt.
l
Gebruik geen verlengsnoer met een te laag nominaal vermogen.
l
Installatielocatie
ä
op een vochtige of stoffige plek
l
op een onstabiele tafel, een helling of een plek waar sprake is van sterke trillingen
l
op een plek die onderhevig is aan snelle temperatuurschommelingen
l
op een plek in direct zonlicht
l
in de buurt van brandbare of explosieve materialen of een verwarming, kachel of ander apparaat dat hitte produceert
l
Stroomtoevoer
ä
Aanbevolen verbindingen voor aardleidingen.
l
- Stopcontact aardklem
- Aardklemmen geïnstalleerd als type A, B of C
- Een koperen staaf van 65 cm of langer in de grond.
Niet toegestaan voor aardleidingen
l
- Gasleidingen (risico van brand of ontploffing).
- Waterleidingen of kranen (waterleidingen met plastic leidingen kunnen niet als aarding fungeren. Als een
waterleiding echter is geconfigureerd om als aarding te fungeren, is verbinding van een aardleiding toegestaan.)
- Aardleidingen van telefoonlijnen of bliksemafleiders (gevaar op hoge spanning bij onweer).
8
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
