Dashboardschakelaars
Figuur 13
1. Schakelaar voor
hydraulisch systeem met
hoge stroming (uitsluitend
TC-modellen)
2. Lichtschakelaar
3. Differentieelschakelaar
4. Claxonknop (uitsluitend
TC-modellen)
5. Contactschakelaar
Schakelaar voor hydraulisch systeem met hoge
stroming (uitsluitend TC-modellen)
Druk de schakelaar omlaag om het hydraulische systeem met
hoge stroming te starten en omhoog om het hydraulische
systeem uit te schakelen
(Figuur
Opmerking: U moet de schakelaar voor het hydraulisch
systeem met hoge stroming in de stand 'Uit' zetten om de
motor te starten.
Lichtschakelaar
Druk de lichtschakelaar omlaag om de koplampen in te
schakelen en omhoog om de koplampen uit te schakelen
(Figuur
13).
Schakelaar van differentieelgrendel
Met de schakelaar voor de differentieelgrendel kunt u de
achteras vergrendelen om de tractie te vergroten. Druk de
schakelaar voor de differentieelgrendel
differentieelgrendel in of uit te schakelen.
Opmerking: De differentieelgrendel mag worden in- en
uitgeschakeld als het voertuig in beweging is.
Claxonknop (uitsluitend TC-modellen)
Druk op de knop om te claxonneren
6. Uit
7. Aan
8. Start
9. Aansluitpunt
13).
(Figuur
13) in om de
(Figuur
13).
Contactschakelaar
Gebruik de contactschakelaar
starten en af te zetten. Deze heeft drie standen: Uit, Lopen
en Start. Draai het sleuteltje naar rechts op Start om het
voertuig te starten. Laat het sleuteltje los zodra de motor
start. Het sleuteltje komt automatisch op Aan. Om de motor
af te zetten, draait u het sleuteltje naar links op Uit.
Aansluitpunt
Het aansluitpunt
(Figuur
optionele elektrische accessoires van 12 V.
Instrumentcluster
1. Toerenteller
2. Urenteller
3. Snelheidsmeter
4. Brandstofmeter
Toerenteller
De toerenteller geeft het toerental van de motor weer
14).
Opmerking: De witte driehoek geeft het gewenste toerental
aan voor het gebruik van de aftakas bij 540 tpm.
19
(Figuur
13) om de motor te
13) dient voor de aansluiting van
Figuur 14
5. Laadindicatorlampje
6. Lampje 'Motor controleren'
7. Lampje 'Lage oliedruk'
8. Meter voor temperatuur
koelvloeistof
(Figuur