laadbakbeveiliging, zie
(bladz.
39).
1. Hendel van laadbak
Laadbak neerlaten
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt
van de bak als u deze neerlaat.
1. Stel de parkeerrem in werking, zie
17)).
2. Verwijder de laadbakbeveiliging als deze aan de
machine is bevestigd; zie
gebruiken (bladz.
39).
3. Start de motor, zie
4. Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten zakken
(Figuur
18).
De achterlaadklep openen
1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is.
2. Zet de sluitingen aan de linker- en rechterzijde van
de laadbak
(Figuur
zakken.
De laadbakbeveiliging gebruiken
Figuur 18
Parkeerrem (bladz.
De laadbakbeveiliging
Motor starten (bladz.
29).
19) los en laat de achterlaadklep
1. Vergrendelhandgreep
2. Grendelopening
Vloeistofpeil controleren
Voorbereidingen om vloeistofpeil te
controleren
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de transmissie in de parkeerstand, zet de motor af,
stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje
uit het contact.
3. Laat de machine afkoelen voordat u het vloeistofpeil
gaat controleren.
4. U moet dan de volgende zaken controleren:
Opmerking: Voor het controleren van de motorolie,
het peil van de hydraulische vloeistof en het peil van de
koelvloeistof moet de laadbak van de machine omhoog
en omlaag gebracht worden, zie
(bladz.
21).
•
Motoroliepeil controleren (bladz. 23)
•
Hydraulische vloeistof controleren (bladz. 24)
•
(bladz. )
•
Remvloeistofpeil controleren (bladz. 26)
22
Figuur 19
3. Vergrendelpen
De laadbak gebruiken