A. Draai de contramoer in het midden van de
trekstang los
(Figuur
1. Trekstangen
B. Draai de trekstang rond om de voorkant van
het wiel naar binnen of naar buiten te bewegen
voor de hart-tot-hart afstanden van voren naar
achteren.
C. Draai de contramoer van de trekstang weer vast
als de afstelling correct is.
D. Controleer de afstand om er zeker van te zijn dat
de wielen in gelijke mate naar rechts en naar links
draaien.
Opmerking: Als dit niet het geval is, raadpleeg
dan de onderhoudshandleiding van de Workman
voor de afstellingsprocedure.
Onderhoud van de transmissie
Transmissievloeistofpeil controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Type transmissievloeistof: Dexron VI
1. De vulplug bevindt zich aan de achterkant van de
transmissie, onderaan en aan de binnenkant
67).
66).
Figuur 66
2. Contramoeren
1. Vulpoort (transmissie)
2. Plaats een opvangbak onder de vulplug.
3. Draai de plug linksom en verwijder de plug uit de
vulpoort van de transmissie
Opmerking: Als het vloeistofpeil van de
transmissievloeistof juist is, moet de vloeistof tot aan de
onderkant van het schroefdraad in de vulpoort staan.
4. Als het peil van de transmissievloeistof te laag is,
vul dan de gespecificeerde transmissievloeistof bij
via de vulpoort totdat het peil de onderkant van het
schroefdraad in de poort bereikt
Opmerking: Gebruik voor het vullen van de
transmissie een trechter met een flexibele slang.
5. Controleer de conditie van de O-ring bij de vulplug.
Opmerking: Vervang de O-ring als deze versleten
of beschadigd is.
6. Plaats de vulplug in de transmissie en draai deze met
de hand vast
Transmissievloeistof verversen
Type transmissievloeistof: Dexron VI
(Figuur
Hoeveelheid transmissievloeistof: 700 ml
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. De vulplug bevindt zich aan de achterkant en
binnenkant van de transmissiebak en de aftapplug
bevindt zich aan de voorkant en buitenkant van de
transmissie
50
Figuur 67
2. Vulplug
(Figuur
67).
(Figuur
(Figuur
67).
(Figuur 68
en
Figuur
69).
67).