Remvloeistofpeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dage-
lijks—Remvloeistofpeil controleren.
(Controleer het vloeistofpeil voordat de
motor voor het eerst wordt gestart, en
vervolgens dagelijks.)
Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij
de kortste periode aan)—Ververs de remvloeistof.
Type remvloeistof: DOT 3-remvloeistof
Opmerking: Het reservoir voor de remvloeistof is in de
fabriek gevuld met DOT 3-remvloeistof.
Het remvloeistofreservoir bevindt zich onder de motorkap en
onder het dashboard.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Verwijder de kap; zie
41).
3. Controleer het vloeistofpeil in het reservoir voor de
remvloeistof
(Figuur 26
Opmerking: Het vloeistofpeil moet tot aan de
Vol-markering op het reservoir staan.
Figuur 26
1. Reservoir voor remvloeistof
De motorkap verwijderen (bladz.
en
Figuur
27).
1. Reservoir voor remvloeistof
4. Doe het volgende als het vloeistofpeil te laag is:
A. Maak de omgeving van de dop van het reservoir
schoon
(Figuur
B. Verwijder de dop van het reservoir
C. Vul de gespecificeerde remvloeistof bij tot aan de
Vol-markering op het reservoir
Opmerking: Giet niet te veel remvloeistof
in het reservoir.
D. Plaats de dop terug
5. Plaats de motorkap; zie
(bladz.
41).
Oliedruklampje controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Opmerking: Als de motor pas is afgezet, kan het 1 tot 2
minuten duren voordat het lampje gaat branden.
1. Stel de parkeerrem in werking.
2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan, maar
start de motor niet.
Opmerking: Het oliedruklampje moet rood branden.
Opmerking: Als het lampje niet brandt, is het lampje
doorgebrand of heeft het systeem een defect dat moet
worden hersteld.
26
Figuur 27
27).
(Figuur
(Figuur
(Figuur
27).
De motorkap verwijderen
27).
27).