Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motor Starten; Het Voertuig Besturen; Het Voertuig Tot Stilstand Brengen; Motor Afzetten - Toro Workman HDX Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Workman HDX:
Inhoudsopgave

Advertenties

Controleer het peil van alle vloeistoffen. Indien het peil
te laag is, moet u bijvullen met de vereiste hoeveelheid
vloeistof volgens de specificaties van Toro.
Controleer de voorkant van de radiateur. Verwijder
eventueel vuil en reinig het radiateurscherm.
Controleer of het rempedaal werkt.
Controleer het oliedruklampje.
Controleer of de verlichting werkt.
Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de
stuurreactie te controleren.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen en controleer vervolgens op
olielekken, losse onderdelen en andere waarneembare
defecten.
Indien een van bovengenoemde zaken niet in orde is, moet u
de monteur hiervan op de hoogte stellen of contact opnemen
met de bedrijfsleiding voordat u die dag met het voertuig gaat
werken. De bedrijfsleiding kan u verzoeken dagelijks andere
controles uit te voeren. Vraag daarom wat uw taken zijn.

Motor starten

Belangrijk: Probeer de motor niet te starten door het
voertuig aan te duwen of te slepen. De aandrijflijn kan
hierdoor schade oplopen.
Opmerking: Zie
(bladz.
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking.
2. Schakel de aftakas en het hydraulische systeem (indien
aanwezig) uit en zet de gashendel (indien aanwezig)
in de stand Uit.
3. Zet de transmissiehendel in de stand P (parkeren).
4. Controleer of de hydraulische hefhendel in de stand
Uit staat (middelste stand).
5. Trap het rempedaal in.
Opmerking: Raak met uw voet het gaspedaal niet
aan.
6. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar
rechts om de motor te starten.
Opmerking: Laat het sleuteltje los zodra de motor
start.
Opmerking: Het oliedruklampje moet uitgaan.
Belangrijk: Om te voorkomen dat de startmotor
oververhit raakt, mag u de startmotor niet langer
dan 15 seconden in werking stellen. Als u de
motor 15 seconden achtereen hebt gestart, moet
u 60 seconden wachten voordat u een nieuwe
startpoging doet.

Het voertuig besturen

Opmerking: Zie
(bladz.
).
).
1. Trap het rempedaal in.
2. Zet de parkeerrem vrij.
3. Zet de transmissiehendel in de gewenste stand.
4. Zet de bedrijfsrem vrij en druk geleidelijk het gaspedaal
in.
Belangrijk: Stop het voertuig voordat u van een
versnelling achteruit naar een versnelling vooruit
schakelt, of andersom.
Gebruik onderstaande tabel om de rijsnelheid van
elke versnelling te bepalen als de machine in het
snelheidsbereik T (transport) staat.
Versnelling
Snelheid (km/u)
R (achteruit)
0 tot 21
L (langzaam
0 tot 18
vooruit)
D (rijden)
0 tot 32
Opmerking: Laat de motor niet lange tijd stationair
draaien.
Opmerking: Wanneer u het contactsleuteltje
gedurende langere tijd op Aan laat staat, zonder de
motor te starten, kan de accu leeglopen.
Het voertuig tot stilstand
brengen
Opmerking: Zie
(bladz.
Om het voertuig tot stilstand te brengen, haalt u uw voet van
het gaspedaal en drukt u het rempedaal in.

Motor afzetten

Opmerking: Zie
(bladz.
1. Controleer of de machine is gestopt.
2. Zet de transmissiehendel in de stand P (parkeren).
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Draai het sleuteltje naar Uit en verwijder het uit het
contactslot.
De hendel voor het
snelheidsbereik gebruiken
Gebruik de hendel voor het snelheidsbereik om de maximale
rijsnelheid van de machine te beperken voor werkzaamheden
waarbij een constante snelheid nodig is, zoals spuiten of
bemesten. Gebruik de hendel voor het snelheidsbereik
(Figuur
33) om één van de 4 bereiken voor de werksnelheid te
selecteren. Deze worden gebruikt om de maximale rijsnelheid
of de transportsnelheid te beperken als de machine wordt
verplaatst tussen verschillende werkgebieden.
29
Snelheid (mijl/u)
0 tot 13
0 tot 11
0 tot 20
).
).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0739007390h07390tc

Inhoudsopgave