CONTROLESYSTEEM VOOR
BANDENSPANNING TPMS (indien
aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem
voor de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System). Dit systeem beschikt over een
sensor die op radiogolven werkt, in de band van elk
wiel. Deze sensor stuurt informatie over de
spanning van iedere band naar de regeleenheid.
BELANGRIJK De regeleenheid controleert de
spanning van de vier gemonteerde banden en niet
die van het noodreservewiel. Wij raden u daarom
aan bij het controleren van de bandenspanning ook
altijd die van het noodreservewiel te controleren.
ATTENTIE
Ook als de auto is uitgerust met het TPMS-systeem moet de bestuurder
regelmatig de spanning van de banden en die van het reservewiel (zie de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk "Onderhoud en zorg") controleren.
BELANGRIJK Het systeem waarschuwt alleen
wanneer de bandenspanning lager is dan de
voorgeschreven waarde (zie de paragraaf
"Bandenspanning" in het hoofdstuk "Technische
gegevens"). Wees zeer zorgvuldig bij het controleren
of herstellen van de bandenspanning. Een te hoge
spanning vermindert de grip op het wegdek,
verhoogt de belasting op de wielophanging en de
wielen en veroorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden.
BELANGRIJK De spanning van de banden moet bij
stilstaande auto en koude banden gecontroleerd
worden; als om wat voor reden dan ook de spanning
bij warme banden gecontroleerd wordt, verminder
dan de spanning niet, ook als deze boven de
voorgeschreven waarde ligt, maar controleer de
spanning opnieuw bij koude banden.
137