•
Positie 1: sternum-apex
•
Positie 2: anterior-posterior (kan ook bij volwassenen
worden gebruikt)
Gevaar voor letsel door lucht/vochtigheid tussen defibrillatie-
elektroden en huid van de patiënt!
Lucht (bijv. bij sterke lichaamsbeharing) of vochtigheid tussen de
defibrillatie-elektroden en de huid van de patiënt verhindert een
correcte toediening van een shock en kan tot huidverbrandingen
en mislukte defibrillatie/cardioversie leiden.
Sterke lichaamsbeharing verwijderen.
Huid van de patiënt droogwrijven.
Olieachtige huid schoonwrijven met een alcoholdoekje.
Defibrillatie-elektroden stevig aandrukken.
7. Lichaamsbeharing op het bovenlichaam verwijderen.
8. Vochtige plekken op het bovenlichaam droogwrijven.
9. Olieachtige huid schoonwrijven met een alcoholdoekje.
10. Bij defibrillatie-elektroden voor volwassenen (Adult):
Verpakking van de defibrillatie-elektroden openscheuren en
defibrillatie-elektroden eruit halen.
11. Beschermfolie van de defibrillatie-elektroden af trekken.
12. Defibrillatie-elektroden erop vastplakken en vast aandrukken.
Gevaar voor letsel door niet goed vastzittende defibrillatie-
elektroden!
Wanneer defibrillatie-elektroden verkeerd zijn geplakt en opnieuw
worden geplakt, blijven ze niet meer goed zitten en kunnen ze tot
een onvoldoende toediening van shocks leiden. Hierdoor kan de
patiënt letsel oplopen.
Altijd reservedefibrillatie-elektroden gereed houden.
Bij verkeerd vastgeplakte defibrillatie-elektroden: altijd nieuwe
defibrillatie-elektroden gebruiken.
13. Bij verkeerd vastgeplakte defibrillatie-elektroden: in plaats van
de oude defibrillatie-elektroden nieuwe defibrillatie-elektroden
gebruiken.
14. Luchtinsluitingen onder de defibrillatie-elektroden eruit
strijken.
MEDUCORE Standard
6 Bediening
2
NL
129