6 Bediening
196
NL
MEDUCORE Standard
3. Initiële NIBP-manchetdruk met functietoets Initiaal en
navigatieknop aanpassen aan de patiënt.
Let daarbij op het volgende: na geslaagde NIBP-meting past de
initiële NIBP-manchetdruk zich aan de patiënt aan (ca.
30 mmHg boven de systolische meetwaarde van de vorige
NIBP-meting).
4. Functietoets Start indrukken
of
NIBP-toets
Er start een NIBP-meting. Het apparaat geeft na het einde van
de meting de systolische en diastolische arteriële bloeddruk
aan.
5. NIBP-meetresultaat evalueren.
6. Wanneer geen geldige meetwaarden worden weergegeven:
•
Controleren of het NIBP-manchet correct is gekozen en
aangebracht.
•
Indien nodig: NIBP-meting herhalen.
7. Indien nodig: NIBP-meting afbreken met functietoets Stop.
Het apparaat laat de druk uit het NIBP-manchet af.
2
> 2 s indrukken.