6 Bediening
Resultaat
198
NL
MEDUCORE Standard
2. Bij verkeerde patiëntengroep: andere patiëntengroep kiezen
(zie "6.4 Patiëntengroep kiezen", pagina
Met de gekozen patiëntengroep wordt de NIBP-module in het
apparaat dienovereenkomstig geconfigureerd.
3. Functietoets Interval indrukken.
4. Intervalduur instellen met de navigatieknop.
5. Functietoets Start indrukken.
of
NIBP-toets
Er wordt een NIBP-meting gestart. Het apparaat geeft na het
einde van de meting de systolische en diastolische arteriële
bloeddruk aan, de timer loopt af en bij afgelopen timer begint
automatisch een volgende meting.
6. NIBP-meetresultaat evalueren.
7. Indien nodig: NIBP-meting afbreken met functietoets Stop.
Het apparaat laat de druk uit het NIBP-manchet af.
8. Indien nodig: alarmgrenzen in het gebruikersmenu instellen
(zie "10.3.1 Alarminstellingen", pagina 265)
of
Auto-alarmgrenzen in het gebruiksmenu instellen
"9 Gebruiksmenu", pagina
9. Indien nodig: Functietoets Terug indrukken
of
NIBP-Taste
Het apparaat sluit de NIBP-functiemodus af en gaat naar de
ingestelde modus.
10. Wanneer de meting is voltooid: NIBP-manchet verwijderen.
Een intervalmeting is uitgevoerd.
2
> 2 s indrukken.
257).
< 2 s indrukken.
124).
(zie