Nr.
Naam
Patiëntengroep
6
Modusweergave
7
Alarmgrenzen
8
Alarm-uit indicatie
9
AED-instructieteksten
10
Analyse
11
Monitor-modus
12
Handmatige modus (alleen bij optie
13
Handmatige defibrillatie)
ECG-kalibratie
14
NIBP
15
Pols
16
SpO
17
2
Middelste curveveld
18
HF
19
Bovenste curveveld
20
®
Bluetooth
-symbool (alleen bij optie
21
®
Bluetooth
-gegevensoverdracht)
Beschrijving
Geeft de gekozen patiëntengroep aan:
•
Volwassene
•
Kind
Geeft de actueel gekozen modus aan.
Geeft de ingestelde alarmgrenzen aan.
Geeft aan of de alarmuitvoer in de AED-modus is
gedeactiveerd.
Geven handelingsinstructies voor de uitvoering van de
hartmassage en beademing.
•
Geeft de mogelijkheid een hartritmeanalyse
handmatig te starten.
•
Wordt alleen weergegeven als de automatische
analysestart in het operatormenu is gedeactiveerd
(zie "13.3 AED-instellingen", pagina
Geeft toegang tot de Monitor-modus.
Geeft toegang tot de handmatige modus.
Geeft de amplitude aan die overeenkomt met 1 mV
van het ECG-signaal.
Geeft de bloeddruk aan.
Geeft de polsfrequentie aan.
Geeft de zuurstofsaturatie aan.
Geeft het plethysmogram weer.
Geeft de hartfrequentie aan.
Geeft de ECG-afleiding weer (Pad, II).
•
Zwart: geeft aan dat het apparaat gereed is voor
®
de Bluetooth
-gegevensoverdracht aan een
extern apparaat.
•
Blauw: geeft aan dat een Bluetooth
met een extern apparaat is gemaakt.
MEDUCORE Standard
3 Beschrijving
323).
®
-verbinding
2
NL
43