170 Rijden en parkeren
170
De brandsto ank en de brandsto eidin-
#
gen volledig laten legen.
* AANWIJZING
AANWIJZING Beschadiging aan het brand-
stofsysteem door overvulde brandsto ank
De brandsto ank slechts zo ver vullen
#
tot het vulpistool afslaat.
* AANWIJZING
AANWIJZING Eruit spuitende brandstof bij
het verwijderen van het vulpistool
De brandsto ank slechts zo ver vullen
#
tot het vulpistool afslaat.
V V oorw
oorwaar
aarden
den
De auto is ontgrendeld.
R
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs-
sto en en de brandstof in acht nemen.
Het geadviseerde octaangetal voor uw auto is te
vinden op het informatieplaatje in de tankdopklep.
1
Tankdopklep
2
Houder voor tankdop
3
Bandenspanningstabel
4
QR-code voor reddingskaart
5
Standverwarming aanwijzing
6
Brandstofsoort
Op de achterzijde van de tankdopklep
#
drukken.
De tankdop linksom draaien en verwijderen.
#
De tankdop van bovenaf in de houder
#
brengen.
De vulpijp van het vulpistool volledig in de
#
tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken.
De brandsto ank slechts zo ver vullen tot het
#
vulpistool afslaat.
%
A A ut uto's me
o's met dieselmot
t dieselmotor or: : De opening van de
tankvulbuis is alleen geschikt voor de tankpis-
tolen van een dieselpomp.
%
A A ut uto's me
o's met dieselmot
t dieselmotor or: : Bij een volledig leeg-
gereden brandsto ank ten minste 5 l diesel
bijtanken.
%
A A ut uto's me
o's met dieselmot
t dieselmotor or: : Bij het bijtanken met
behulp van een jerrycan voor dieselauto's een
vulpijp met een grote diameter gebruiken.
Anders kan de vulpijp niet in de tankvulbuis
worden geschoven.
De tankdop op de tankvulbuis aanbrengen en
#
rechtsom draaien, tot deze hoorbaar vergren-
delt.
1
De tankdopklep
#
2
aan-
1
sluiten.