178 Rijden en parkeren
178
Kinderen nooit zonder toezicht in het
#
voertuig laten.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de
#
sleutel meenemen en het voertuig ver-
grendelen.
De sleutel buiten bereik van kinderen
#
bewaren.
De elektr
De elektrisc
ische park
he parkeerr
eerrem w
em wor ordt aut
dt automatisch
bediend, als de tr
bediend, als de transmissie in de st
ansmissie in de stand
en aan een v
en aan een van de v
an de volg
olgende v
ende voorw
oorwaar
daan:
daan:
De auto wordt uitgeschakeld.
R
De gordelslottong steekt niet in het gordelslot
R
van de bestuurdersstoel en het bestuurders-
portier wordt geopend.
%
Inschakelen verhinderen: Aan de handgreep
van de elektrische parkeerrem trekken
(
pagina 179).
/
In de volg
In de v
olgende situaties w
ende situaties wor ordt de elektr
dt de elektrisc
k k eerr
eerrem ook v
em ook vas astg tgezet:
ezet:
De HOLD-functie houdt de auto in stilstand op
R
zijn plaats.
De actieve parkeerassistent houdt de auto in
R
stilstand op zijn plaats.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC
R
brengt de auto tot stilstand.
Daart
Daartoe moe
oe moet bov
R
g g ende v
ende voorw
oorwaar
De auto wordt uitgeschakeld.
-
De gordelslottong steekt niet in het gordel-
-
omatisch
slot van de bestuurdersstoel en het
and j
j st staat
aat
bestuurdersportier wordt geopend.
aarden is v
den is vol- ol-
Er treedt een systeemstoring op.
-
De spanningsvoorziening is niet vol-
-
doende.
De auto staat langere tijd stil.
-
Wanneer de elektrische parkeerrem ingeschakeld
is, brandt in het combi-instrument het rode con-
trolelampje !.
%
Wanneer de auto door het ECO start-stopsys-
teem wordt uitgeschakeld, wordt de elektri-
ische par-
he par-
sche parkeerrem niet automatisch ingescha-
keld.
t bovendien aan een v
endien aan een van de v
an de vol- ol-
aarden zi
den zijn v
jn voldaan:
oldaan:
F F unctie v
unctie van de elektr
an de elektrisc
ische park
he parkeerr
eerrem (aut
tisc
tisch vri
h vrijze
jzett tten)
en)
De elektrisc
De elektr
ische park
he parkeerr
eerrem w
em wor ordt vri
dt vrijg jgeze
neer aan de v
neer aan de volg
olgende v
ende voorw
oorwaar
aarden is v
den is voldaan:
Het bestuurdersportier is gesloten.
R
De auto is gestart.
R
De transmissie staat in de stand h of k en
R
het gaspedaal wordt ingedrukt of er wordt
geschakeld van de transmissiestand j in de
stand h of k.
Wanneer de transmissie in de stand k staat,
R
moet het ko erdeksel gesloten zijn.
De gordelslottong steekt in het gordelslot van
R
de bestuurdersstoel.
Wanneer de gordelslottong niet in het gordel-
slot van de bestuurdersstoel steekt, moet aan
één van de volgende voorwaarden voldaan
zijn:
De transmissiestand j wordt verlaten.
-
of
Er is voorheen sneller dan 3 km/h gere-
-
den.
em (automa-
oma-
ezet, w
t, wan-
an-
oldaan: