Hoofdstuk 12
•
Waar
mogelijk
direct boven de primaire hittebronnen worden
aangebracht. Hierdoor wordt de hitte verwijderd
voordat deze zich kan vermengen met de lucht in
de machinekamer en de gemiddelde temperatuur
kan verhogen. Merk op dat dit tevens vereist dat
de toegevoerde ventilatielucht goed moet worden
gedistribueerd rond de primaire hittebronnen.
•
Vermijd luchttoevoerkanalen voor ventilatielucht die
koele lucht direct op hete motoronderdelen blazen.
Dit vermengt de heetste lucht in de machinekamer
met aangevoerde koele lucht, waardoor de
gemiddelde temperatuur in de ruimte stijgt.
Bovendien zorgt dit ervoor dat de machinekamer
zonder noemenswaardige ventilatie komt te zitten.
•
Voor installaties waar motoren verbrandingslucht
van binnenuit de machinekamer aanzuigen, moet
de aanleg de koelst mogelijke verbrandingslucht
aanvoeren naar de inlaten van de turbocompressor.
•
Bij scheepvaart- en offshoretoepassingen kan
zeewater potentieel in het toevoerkanaal voor
ventilatielucht worden gezogen. Systemen voor
deze toepassingen moeten zodanig worden
ontworpen dat wordt voorkomen dat zeewater in
de luchtinlaatfilters kan worden gezogen en in de
turbocompressor terechtkomt. De koellucht voor
de generator moet tevens worden gefilterd om het
binnendringen van zout te voorkomen.
Hoewel deze algemene principes voor de aanleg
zijn gebaseerd op dezelfde basisprincipes voor
warmteoverdracht, zullen ze variëren naargelang de
specifieke toepassing. Dit hoofdstuk behandelt de
algemene overwegingen in verband met toepassingen
met één en twee motoren, met meerdere motoren (3+)
en diverse speciale toepassingen.
De generatorkamer moet om twee redenen worden
geventileerd:
•
Om de generatorset te voorzien van lucht voor
verbranding.
•
Om te hoge temperaturen in de generatorkamer
te voorkomen, want die zouden oververhitting van
onderdelen zoals de wisselstroomdynamo kunnen
veroorzaken.
Bij een goed ventilatiesysteem is de aangezogen lucht
bij de generatorset nooit meer dan 10
buitenlucht.
Luchtstroom voor ventilatie
De vereiste luchtstroom voor ventilatie is afhankelijk van
de gewenste luchttemperatuur in de machinekamer en
de vereisten voor de koellucht en verbrandingslucht.
Hoewel het duidelijk is dat voor de totale luchtstroom
voor ventilatie in de machinekamer rekening moet
worden gehouden met alle uitrusting en machines,
Pagina 62
moeten
uitlaatafzuigpunten
C warmer dan de
O
476-5303