5.2 Gereedschapsgegevens
Voorwaarde voor de gereedschapscorrectie
Zoals gebruikelijk is, worden de coördinaten van de
baanverplaatsingen overeenkomstig de maten in de
productietekening geprogrammeerd. Om de TNC in staat te stellen de
baan van het gereedschapsmiddelpunt te berekenen, en dus een
gereedschapscorrectie uit te voeren, moeten de lengte en radius van
elk ingezet gereedschap worden ingevoerd.
Gereedschapsgegevens kunnen of met de functie TOOL DEF direct in
het programma of separaat in gereedschapstabellen ingevoerd
worden. Wanneer gereedschapsgegevens in tabellen worden
ingevoerd, staat uitgebreidere gereedschapsspecifieke informatie ter
beschikking. Wanneer het bewerkingsprogramma draait, houdt de
TNC rekening met alle ingevoerde informatie.
Gereedschapsnummer, gereedschapsnaam
Elk gereedschap heeft een gereedschapsnummer tussen 0 en 32767.
Wanneer met gereedschapstabellen gewerkt wordt, kunnen
additioneel gereedschapsnamen gegeven worden.
Gereedschapsnamen mogen maximaal uit 32 tekens bestaan.
Het gereedschap met nr. 0 wordt als nulgereedschap vastgelegd en
heeft een lengte van L=0 en een radius van R=0. In gereedschaps-
tabellen moet het gereedschap T0 ook door L=0 en R=0 gedefinieerd
worden.
Gereedschapslengte L
De gereedschapslengte L kan op twee manieren worden bepaald:
Door het verschil in lengte van het gereedschap ten opzichte van
het nulgereedschap L0
Voorteken:
L>L0:
het gereedschap is langer dan het nulgereedschap
L<L0:
het gereedschap is korter dan het nulgereedschap
Lengte bepalen:
Nulgereedschap naar referentiepositie in de gereedschapsas
verplaatsen (bijv. werkstukoppervlak met Z=0)
Weergave gereedschapsas op nul zetten (referentiepunt
vastleggen)
Volgend gereedschap inspannen
Gereedschap naar dezelfde referentiepositie als het
nulgereedschap verplaatsen
Weergave van de gereedschapsas toont het lengteverschil van het
gereedschap t.o.v. het nulgereedschap
Waarde met de toets "Actuele positie overnemen" in de TOOL DEF-
regel resp. in de gereedschapstabel overnemen
Lengte L met een vooraf ingesteld apparaat bepalen
Voer vervolgens de vastgestelde waarde direct in de
gereedschapsdefinitie TOOL DEF of in de gereedschapstabel in.
164
Z
L
0
5 Programmeren: gereedschappen
X