4.3 Bijzonderheden bij
bestandsbeheer
Directory's
Omdat er op de harde schijf zeer veel programma's resp. bestanden
opgeslagen kunnen worden, is het overzichtelijker wanneer de
afzonderlijke bestanden onderverdeeld worden in directory's
(mappen). In deze directory's kunnen weer volgende directory's
aangelegd worden, de zg. subdirectory's. Met de toets -/+ of de ENT-
toets kunt u subdirectory's weergeven of verbergen.
De TNC beheert maximaal 6 directory-niveaus!
Wanneer meer dan 512 bestanden in een directory
worden opgeslagen, dan zet de TNC de bestanden niet
meer in alfabetische volgorde!
Namen van directory's
De naam van een directory mag maximaal 16 tekens lang zijn en heeft
geen extensie. Wanneer meer dan 16 tekens voor de directorynaam
worden ingevoerd, komt de TNC met een foutmelding.
Paden
Een pad geeft het station en alle directory's resp. subdirectory's weer
waarin een bestand is opgeslagen. De afzonderlijke gegevens worden
door een "\" gescheiden.
Voorbeeld
In het station TNC:\ werd de directory AUFTR1 gemaakt. Vervolgens
werd in de directory AUFTR1 nog de subdirectory NCPROG gemaakt en
daar werd het bewerkingsprogramma PROG1.H naartoe gekopieerd.
Het bewerkingsprogramma heeft dus het pad:
TNC:\AUFTR1\NCPROG\PROG1.H
Rechts wordt een voorbeeld gegeven van een directory-overzicht met
verschillende paden.
HEIDENHAIN iTNC 530
97