FN25: PRESET: nieuw referentiepunt vastleggen
Deze functie kan alleen worden geprogrammeerd
wanneer u sleutelgetal 555343 heeft ingevoerd, zie
"Sleutelgetal invoeren", bladzijde 613.
Met de functie FN 25: PRESET kunt u tijdens de programma-
uitvoering in een te kiezen as een nieuw referentiepunt vastleggen.
Q-parameterfunctie kiezen: toets Q indrukken (op het numerieke
toetsenblok, rechts). De softkeybalk toont de Q-parameterfuncties
Additionele functies kiezen: softkey SPECIALE FUNCT. indrukken
FN25 kiezen: softkeybalk op het tweede vlak schakelen, softkey
FN25 REF. PT. VASTLEGGEN indrukken
As?: as invoeren waarin u een nieuw referentiepunt wilt vastleggen,
met ENT-toets bevestigen
Om te rekenen waarde?: coördinaat invoeren die de om te rekenen
waarde in het nieuwe coördinatensysteem moet hebben
Nieuw referentiepunt?: coördinaat in het actieve
coördinatensysteem invoeren waar u het nieuwe referentiepunt wilt
vastleggen
Voorbeeld: nieuw referentiepunt op de actuele coördinaat X+100
vastleggen
56 FN25:
PRESET = X/+100/+0
Voorbeeld: de actuele coördinaat Z+50 moet in het nieuwe
coördinatensysteem de waarde -20 hebben
56 FN25:
PRESET = Z/+50/-20
Met de additionele functie M104 kan het laatste in de
werkstand Handbediening vastgelegde referentiepunt
weer worden hersteld (zie "Het laatst vastgelegde
referentiepunt activeren: M104" op bladzijde 266).
564
11 Programmeren: Q-parameters