De radius van "binnenhoeken" is programmeerbaar – het
gereedschap blijft niet staan, markeringen door vrije sneden worden
verhinderd (geldt voor buitenste baan bij het ruimen en nabewerken
van de zijkanten)
Bij het nabewerken van de zijkanten benadert de TNC de contour via
een tangentiële cirkelbaan
Bij het nabewerken van de diepte benadert de TNC het gereedschap
ook via een tangentiële cirkelbaan (bijv. spilas Z: cirkelbaan in vlak Z/
X)
De TNC bewerkt de contour ononderbroken meelopend of
tegenlopend
Met MP7420 wordt vastgelegd, waarheen de TNC
gereedschap aan het einde van de cycli 21 t/m 24
positioneert.
De maatgegevens voor de bewerking, zoals freesdiepte, overmaten
en veiligheidsafstand worden centraal in cyclus 20 als
CONTOURGEGEVENS ingevoerd.
Programma met contourdefinities selecteren
Met de functie SEL CONTOUR selecteert u een programma met
contourdefinities waaruit de TNC de contourbeschrijvingen haalt:
Functies voor programma-oproep kiezen: toets PGM
CALL indrukken
Softkey CONTOUR KIEZEN indrukken
Volledige naam van het programma met de
contourdefinities invoeren en met de toets END
bevestigen
SEL CONTOUR-regel vóór de SL-cycli programmeren.
Cyclus 14 CONTOUR is bij gebruik van SEL CONTOUR
niet langer noodzakelijk.
HEIDENHAIN iTNC 530
435