Het referentiepunt uit de preset-tabel in de werkstand
Handbediening activeren
Bij het activeren van een referentiepunt uit de preset-
tabel, zet de TNC alle actieve coördinatenomrekeningen
terug die met de volgende cycli werden geactiveerd:
Cyclus 7, Nulpuntverschuiving
Cyclus 8, Spiegelen
Cyclus 10, Rotatie
Cyclus 11, Maatfactor
Cyclus 26, Asspecifieke maatfactor
De coördinatenomrekening uit cyclus 19, Bewerkingsvlak
zwenken, blijft daarentegen actief.
Werkstand Handbediening kiezen
Preset-tabel laten weergeven
Het referentiepunt-nummer kiezen dat u wilt
activeren, of
via de toets GOTO het referentiepunt-nummer kiezen
dat u wilt activeren en met de ENT-toets bevestigen
Referentiepunt activeren
Activeren van het referentiepunt bevestigen. De TNC
stelt de weergave in en, indien gedefinieerd, de
basisrotatie
Preset-tabel verlaten
Het referentiepunt uit de preset-tabel in een NC-programma
activeren
Om referentiepunten uit de preset-tabel tijdens de programma-
uitvoering te activeren, dient cyclus G247 te worden gebruikt.
Definieer in cyclus 247 uitsluitend het nummer van het referentiepunt
geactiveerd dat u wilt activeren (zie "REFERENTIEPUNT
VASTLEGGEN (cyclus 247)" op bladzijde 465).
74
2 Handbediening en instellen