8.7 SL-cycli met contourformule
Basisbegrippen
Met de SL-cycli en de contourformule kunnen ingewikkelde contouren
uit deelcontouren (kamers of eilanden) worden samengesteld. De
afzonderlijke deelcontouren (geometriegegevens) moeten als
afzonderlijke programma's worden ingevoerd. Hierdoor kunnen alle
deelcontouren willekeurig opnieuw worden gebruikt. De TNC
berekent de totale contour uit de geselecteerde deelcontouren die via
een contourformule met elkaar worden gekoppeld.
Het geheugen voor een SL-cyclus (alle
contourbeschrijvingsprogramma's) is tot max. 128
contouren begrensd. Het aantal mogelijke
contourelementen is afhankelijk van het contourtype
(binnen-/buitencontour) en het aantal
contourbeschrijvingen en bedraagt maximaal 16384
contourelementen.
Voor SL-cycli met contourformule is een gestructureerde
programma-opbouw vereist. Met deze cycli kunnen
telkens terugkerende contouren in afzonderlijke
programma's op te slaan. Via de contourformule kunnen
de deelcontouren tot een totale contour worden
samengevoegd en kan worden vastgelegd of er sprake is
van een kamer of eiland.
De functie SL-cycli met contourformule is in de
gebruikersinterface van de TNC over meerdere gebieden
verdeeld en dient als basis voor verdere ontwikkelingen.
Eigenschappen van de deelcontouren
De TNC herkent in principe alle contouren als kamer. Programmeer
geen radiuscorrectie. In de contourformule kan een kamer door
inverteren in een eiland worden omgezet.
De TNC negeert aanzetten F en additionele M-functies
Coördinatenomrekeningen zijn toegestaan. Wanneer ze binnen de
deelcontouren worden geprogrammeerd, werken ze ook in de
volgende subprogramma's. Ze mogen echter na de cyclusoproep
niet worden gereset
De subprogramma's mogen ook coördinaten in de spilas bevatten;
ze worden echter genegeerd
In de eerste coördinatenregel van het subprogramma wordt het
bewerkingsvlak vastgelegd. Additionele assen U, V, W zijn
toegestaan
Eigenschappen van de bewerkingscycli
De TNC positioneert voor elke cyclus automatisch naar de
veiligheidsafstand
Elk diepteniveau wordt zonder het opnemen van het gereedschap
gefreesd; om de eilanden wordt zijdelings verplaatst
434
Voorbeeld: Schema: afwerken met SL-cycli en
contourformule
0 BEGIN PGM CONTOUR MM
...
5 SEL CONTOUR "MODEL"
6 CYCL DEF 20 CONTOURGEGEVENS ...
8 CYCL DEF 22 RUIMEN ...
9 CYCL CALL
...
12 CYCL DEF 23 NABEWERKEN DIEPTE ...
13 CYCL CALL
...
16 CYCL DEF 24 NABEWERKEN ZIJKANT ...
17 CYCL CALL
63 L Z+250 R0 FMAX M2
64 END PGM CONTOUR MM
Voorbeeld: Schema: verrekening van de
deelcontouren met contourformule
0 BEGIN PGM MODEL MM
1 DECLARE CONTOUR QC1 = "CIRKEL1"
2 DECLARE CONTOUR QC2 = "CIRKEL31XY"
3 DECLARE CONTOUR QC3 = "DRIEHOEK"
4 DECLARE CONTOUR QC4 = "VIERKANT"
5 QC10 = ( QC1 | QC3 | QC4 ) \ QC2
6 END PGM MODEL MM
0 BEGIN PGM CIRKEL1 MM
1 CC X+75 Y+50
2 LP PR+45 PA+0
3 CP IPA+360 DR+
4 END PGM CIRKEL1 MM
0 BEGIN PGM CIRKEL31XY MM
...
...
8 Programmeren: cycli