9.1 De PLANE-functie: zwenken
van het bewerkingsvlak
(software-optie 1)
Inleiding
De functies voor het zwenken van het bewerkingsvlak
moeten door uw machinefabrikant vrijgegeven zijn!
De PLANE-functie kan in principe alleen worden gebruikt
voor machines die over minstens twee zwenkassen (tafel
en/of kop) beschikken.
Met de PLANE-functie (Engels: plane = vlak) staat u een krachtige
functie ter beschikking, waarmee u op verschillende manieren
gezwenkte bewerkingsvlakken kunt definiëren.
Alle in de TNC beschikbare PLANE-functies beschrijven het gewenste
bewerkingsvlak onafhankelijk van de rotatie-assen waarvan uw
machine is voorzien. Onderstaande opties zijn beschikbaar:
Functie
Benodigde parameters
SPATIAL
Drie ruimtelijke hoeken SPA,
SPB, SPC
PROJECTED
Twee projectiehoeken PROPR
en PROMIN evenals een
rotatiehoek ROT
Drie Euler-hoeken precisie
EULER
(EULPR), nutatie (EULNU) en
rotatie(EULROT)
VECTOR
Normaalvector voor de
bepaling van het vlak en
basisvector voor de bepaling
van de richting van de
gezwenkte X-as
POINTS
Coördinaten van drie
willekeurige punten van het
te zwenken vlak
RELATIVE
Afzonderlijke, incrementeel
werkende ruimtelijke hoek
RESET
PLANE-functie terugzetten
486
Softkey
Bladzijde
Bladzijde 490
Bladzijde 492
Bladzijde 494
Bladzijde 496
Bladzijde 498
Bladzijde 500
Bladzijde 489
9 Programmeren: speciale functies