Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bewerkingsvlak Via Drie Punten Definiëren: Plane Points; Toepassing - HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:
Inhoudsopgave

Advertenties

9.6 Bewerkingsvlak via drie punten
definiëren: PLANE POINTS

Toepassing

Een bewerkingsvlak kan door de opgave van drie willekeurige
punten P1 tot P3 van dit vlak eenduidig worden gedefinieerd. De
functie PLANE POINTS biedt deze mogelijkheid.
Let vóór het programmeren op het volgende
De verbinding tussen punt 1 en punt 2 geeft de richting
van de gezwenkte hoofdas aan (X bij gereedschapsas Z).
De richting van de gezwenkte gereedschapsas kan
worden bepaald aan de hand van de positie van het 3e
punt gerelateerd aan de verbindingslijn tussen punt 1en
punt 2.Hierbij wordt gebruikgemaakt van de
rechterhandregel (duim = X-as, wijsvinger = Y-as,
middelvinger = Z-as, zie afbeelding rechtsboven): duim (X-
as) wijst van punt 1 naar punt 2, wijsvinger (Y-as) wijst
parallel aan de gezwenkte Y-as in de richting van punt 3.
Dan wijst de middelvinger in de richting van de gezwenkte
gereedschapsas.
De drie punten bepalen de schuinte van het vlak. De
positie van het actieve nulpunt wordt niet door de TNC
gewijzigd.
Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen",
bladzijde 502.
498
9 Programmeren: speciale functies

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530

Inhoudsopgave