Afbeelding 13. De onderplaat plaatsen
OPMERKING:
Als de verwijdering van de batterij geen vereiste is en u de batterijkabel hebt losgekoppeld, moet u deze weer aansluiten. Volg stap 1
tot en met stap 3 in de procedure om de batterijkabel aan te sluiten.
Stappen
1. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart.
2. Lijn de beugel van de batterijconnector uit en plaats die op de palmsteuneenheid.
3. Draai de geborgde schroef vast waarmee de beugel van de batterijconnector op de palmsteuneenheid is bevestigd.
4. Lijn de onderplaat uit en plaats deze in de slots op de palmsteuneenheid.
FRU's (op locatie te vervangen onderdelen) verwijderen en installeren
39