Menupunt
Min. vermogen
Max. vermogen
Pompblokkeertijd
Pompnaloop
Ontluchtingsf.
Sifonvulpr.
3-wegk. m.pos.
Min. druk
Ing. druk
Onderhoud
Srt onderhoud
Grenswaarden
Max. aanvoertemp.
Max. WW-temp.
Min. toestelverm.
Stooklijn
Activeren
Voetp. stooklijn
Condens 7000 WP – 6721852185 (2024/06)
Instellingen/instelbereik
• 10 ... 100 %
• 10 ... 100%
• 0 ... 24 × 10 seconden
• 1 5 ... 60 min, 24 h
• Uit
• Auto
• Aan
• Uit (alleen toegestaan tijdens onderhoud)
• Aan toestel min
• Aan cv min
• Nee
• Ja
• 0,6 0,8 bar
• 1,0 ... 1,3 ... 1,7 bar
• Zonder
• Branderlooptijd: 1000 ... 6000 h
1)
• Onderhoudsdat.
• Bedrijfsduur: 1 ... 72 maanden
• 30 ... 85 °C
• 35 ... 60 ... 80 °C
• 14 ... 50%
• Ja
• Nee
• 20 ... 90 °C
Opmerking/beperking
Pompvermogen bij minimaal verwarmingsvermogen. Al-
leen beschikbaar, wanneer Pompkarakterist. op 0 is inge-
steld.
Pompvermogen bij maximaal verwarmingsvermogen. Al-
leen beschikbaar, wanneer Pompkarakterist. op 0 is inge-
steld.
De interne pomp wordt geblokkeerd, tot de externe 3-
wegklep de eindpositie heeft bereikt.
Nadraaitijd van de cv-pomp: pompnadraaitijd begint
wanneer de warmtevraag eindigt.
Na onderhoud kan de ontluchtingsfunctie worden inge-
schakeld.
Tijdens de ventilatie verschijnt het volgende in het info-
deel van de standaardweergave Ontluchtingsf.
Het sifonvulprogramma wordt in de volgende gevallen ge-
activeerd:
• Wanneer het toestel via de aan/uit-schakelaar is inge-
schakeld
• Wanneer de brander gedurende 28 dagen niet is ge-
activeerd
• Wanneer de bedrijfsmodus van zomer- naar wintertijd
wordt omgeschakeld
• Wanneer de fabrieksinstellingen van het toestel zijn
hersteld
Bij de volgende warmtevraag naar verwarming wordt het
toestel 15 minuten op laag verwarmingsvermogen ge-
houden. Het sifonvulprogramma blijft actief tot het toe-
stel gedurende 15 minuten in bedrijf is geweest met laag
verwarmingsvermogen.
Tijdens het sifonvulprogramma verschijnt het volgende in
het infodeel van de standaardweergave Sifonvulpr.
De functie waarborgt het volledig aftappen van het sys-
teem en de eenvoudige demontage van de motor. De 3-
wegklep blijft circa 15 minuten in de middenstand.
Begrenst de insteltemperatuur voor de aanvoertempera-
tuur.
Begrenst het instelbereik voor de warmwatertempera-
tuur.
Minimaal verwarmingsvermogen. De minimale instel-
waarde varieert afhankelijk van het toestelvermogen.
Bij aansluiting van een weersafhankelijke regelaar is geen
aanpassing van het toestel nodig. De systeemregelaar op-
timaliseert deze instelling. Met deze servicefunctie wordt
een eenvoudige weersafhankelijke regelaar met een line-
aire stooklijn geactiveerd. Afhankelijk van de aan/uit-in-
gang wordt de verwarming in- of uitgeschakeld.
Wordt alleen getoond, wanneer de regelaar is geacti-
veerd. Hiermee kan het voetpunt van de stooklijn, die
overeenkomt met een buitentemperatuur van +20 °C,
worden ingesteld.
Bediening
33