Mogelijke oorzaak
Koelvloeistofpeil te laag in gesloten gedeelte van
koelsysteem.
Warmtewisselaarelementen verstopt met vreemd materiaal.
Drukverlies in gesloten gedeelte van koelsysteem.
Defecte zeewaterinlaatpomp.
Zeewateruitlaat vernauwd of verstopt.
Zeewaterinlaatslang geknikt (verstopt).
Gebruik van verkeerde slang op inlaatkant van
zeewaterpomp, die inklapt.
Defecte thermostaten.
Motoroliedruk te laag
Mogelijke oorzaak
Defecte zenders.
Onvoldoende olie in carter.
Te veel olie in carter (waardoor lucht in olie komt).
Verdunde olie of olie met verkeerde viscositeit.
Accu kan niet geladen worden
Mogelijke oorzaak
Te grote vraag naar stroom vanaf accu.
Losse of vuile elektrische aansluitingen of beschadigde bedrading.
Dynamoaandrijfriem los of in slechte staat.
Accutoestand onaanvaardbaar.
Afstandsbediening werkt zwaar, klemt, heeft te veel speling of maakt vreemde geluiden
Mogelijke oorzaak
Onvoldoende smering van bevestigingsmateriaal voor gas-
en schakelverbindingen.
Obstructie in schakel- of gasverbindingen.
Losse of ontbrekende schakel- en gasverbindingen.
Schakel- of gaskabel geknikt.
Onjuiste afstelling schakelkabel.
Stuur draait moeilijk of schokkerig
Mogelijke oorzaak
Vloeistofpeil in stuurbekrachtigingspomp laag.
Aandrijfriem los of in slechte staat.
Onvoldoende smering van de stuurcomponenten.
Losse of ontbrekende stuurbevestigingen of -onderdelen.
Verontreinigde stuurbekrachtigingsvloeistof.
Trimbekrachtiging werkt niet (elektromotor werkt maar hekaandrijving beweegt niet)
Mogelijke oorzaak
Oliepeil in trimpomp is laag.
De aandrijving blijft hangen op de cardanring.
Trimbekrachtiging werkt niet (elektromotor werkt niet)
Mogelijke oorzaak
Doorgeslagen zekering.
Losse of vuile elektrische aansluitingen of
beschadigde bedrading.
90-8M0116238
DECEMBER 2015
nld
Stel de oorzaak van het lage koelvloeistofpeil vast en verhelp het probleem. Vul het systeem
met de juiste koelvloeistofoplossing.
Reinig de warmtewisselaar. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel
reparatiewerkplaats.
Controleer op lekkage. Reinig, inspecteer en test de drukdop. Neem contact op met een
erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Repareren. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Maak de uitlaatkniestukken schoon. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel
reparatiewerkplaats.
Plaats de slang zó dat knikken (verstopping) wordt voorkomen.
Vervang slang door met draad versterkt type.
Vervangen. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Laat het systeem bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats controleren.
Controleer en vul olie bij.
Controleer de olie en verwijder de vereiste hoeveelheid. Spoor de oorzaak van het teveel aan olie op
(verkeerd gevuld).
Ververs de olie en vervang het filter; gebruik olie van de juiste kwaliteit en viscositeit. Stel oorzaak van
verdunning vast (overmatig stationair draaien).
Schakel niet-essentiële accessoires uit.
Controleer alle bijbehorende elektrische aansluitingen en draden (met name
accukabels). Maak ze schoon en draai slechte verbindingen aan. Repareer of vervang
defecte bedrading.
Vervang of stel af.
Test accu.
Smeer.
Verwijder de obstructie.
Controleer alle gasverbindingen. Neem onmiddellijk contact op met een erkende Mercury
Diesel reparatiewerkplaats als ze loszitten of ontbreken.
Leg de kabel recht of laat de kabel bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats
vervangen als deze niet meer gerepareerd kan worden.
Laat de afstelling bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats controleren.
Controleer op lekkage. Vul het systeem opnieuw met vloeistof.
Vervang of stel af.
Smeer.
Controleer alle onderdelen en bevestigingen; neem als ze loszitten of ontbreken onmiddellijk
contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Vul de trimpomp met olie.
Controleer op obstructies. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Vervang de zekering.
Controleer alle bijbehorende elektrische aansluitingen en draden (met name de accukabels). Maak ze
schoon en draai de slechte aansluitingen aan. Repareer of vervang de bedrading.
Hoofdstuk 6 - Problemen oplossen
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Bladzijde 99