Download Print deze pagina

Mercury Marine 2.8 Handleiding pagina 26

Diesel hekaandrijvingmodellen
Verberg thumbnails Zie ook voor 2.8:

Advertenties

Hoofdstuk 2 - Op het water
De boot op een trailer vervoeren
De boot kan worden op een trailer worden vervoerd met de hekaandrijving omhoog (uit) of omlaag (in). Tijdens het
transport is er voldoende ruimte tussen het wegdek en de hekaandrijving nodig.
Als voldoende afstand tot het wegdek een probleem is, zet u de hekaandrijving in de hoogste trailerstand en ondersteunt u
hem met een optionele trailerset die bij uw erkende Mercury Marine reparatiewerkplaats verkrijgbaar is.
Starten, schakelen en stoppen
Dampen kunnen ontbranden en een explosie veroorzaken die kan resulteren in motorschade of ernstig letsel. Geen
vluchtige starthulpmiddelen zoals ether, propaan of benzine gebruiken in het luchtinlaatsysteem van de motor.
Brandstofdampen die in het motorruim achterblijven kunnen irriteren, de ademhaling bemoeilijken of tot ontbranding
komen en zo een ontploffing veroorzaken. Ontlucht de motorruimte altijd voordat u onderhoud of reparaties aan de
motorinstallatie uitvoert.
Vóór het starten van de motor
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
BELANGRIJK: Let op het volgende vóór het starten:
Als u de motor laat draaien met de boot uit het water, moet u zorgen voor watertoevoer naar de zeewaterinlaatpompen
van de motor en de hekaandrijving. Zie Hoofdstuk 5—Het zeewatersysteem doorspoelen.
Trim de hekaandrijving omlaag tot de stand volledig omlaag (in).
Zorg dat het motorcarter tot het correcte peil is gevuld met de gespecificeerde motorolie. Zie Hoofdstuk 4: Specificaties
—Motorolie.
Verzeker u ervan dat alle elektrische verbindingen goed vast zitten.
Controleer alle onderhoudsitems vermeld in Hoofdstuk 5—Onderhoudsschema's en in het Bedieningsschema.
Voer alle noodzakelijke procedures uit die door uw dealer of erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats worden
aangegeven.
Belangrijke informatie – SmartStart
BELANGRIJK: Deze motorinstallatie is voorzien van SmartStart. SmartStart voert alle benodigde starthandelingen uit als
de contactschakelaar de eerste maal wordt gebruikt. Om SmartStart in te schakelen, zet u de contactschakelaar op START
en laat u vervolgens los, of u zet de contactschakelaar op RUN en drukt dan even op de start-/stopschakelaar, indien
aanwezig.
SmartStart regelt het startproces automatisch. Als u de startknop indrukt, stuurt het systeem een opdracht naar de
elektronische controller van de motor om de motor te starten. De startmotor krijgt vermogen tot de motor aanslaat. Het
startproces wordt na enige seconden beëindigd of zodra de motor op een toerental van 400 omw/min komt. Wanneer men
probeert de motor te starten terwijl deze draait, wordt de motor uitgeschakeld.
Starten van een koude motor
Een draaiende schroef, een bewegende boot of een massief apparaat dat aan de boot is bevestigd kunnen ernstige of
dodelijke verwondingen toebrengen aan zwemmers. Stop de motor onmiddellijk wanneer iemand in het water zich nabij
de boot bevindt.
NB: Controleer altijd de vloeistofpeilen voordat u de motor start. Zie hoofdstuk 5—Onderhoudsschema.
BELANGRIJK: De Mercury Diesel DTS- en Axius-modellen zijn uitgerust met SmartStart. SmartStart heeft een startfunctie
via een drukknop. De PCM verzorgt het gehele startproces nadat hij een startopdracht vanaf het contactslot of de startknop
heeft ontvangen. Het startproces wordt beëindigd als de motor na enige seconden niet aanslaat of als het torntoerental 400
omw/min bereikt. Wanneer u probeert de motor te starten terwijl deze al draait, wordt de motor uitgeschakeld.
1.
Schakel de ventilator van het motorruim (indien aanwezig) in en laat hem vijf minuten draaien. Of open het motorluik
om het ruim te ontluchten voordat u de motor start.
2.
Zet de bedieningshendel op neutraal.
NB: Als de motor enige tijd niet gelopen heeft en niet meteen start met de standaard startprocedure, gebruikt u de
brandstofvoorvulknop bovenop het brandstoffilter. Beweeg de voorvulplunjer vier of vijf slagen op en neer en probeer
vervolgens de motor te starten.
3.
Draai de contactsleutel naar RUN.
Bladzijde 20
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
KENNISGEVING
WAARSCHUWING
!
90-8M0116238
DECEMBER 2015
nld

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

4.2