Inhoudsopgave
Suggesties voor veilig varen............................................. 16
Blootstelling aan koolmonoxide......................................... 17
Wees alert op koolmonoxidevergiftiging ................... 17
Blijf uit de buurt van uitlaatzones .............................. 17
Goede ventilatie ....................................................... 17
Slechte ventilatie ...................................................... 17
Belangrijke informatie over gebruik................................... 18
Tewaterlating.............................................................. 18
Vereisten specificaties werkcyclus............................. 18
Nominaal hoog vermogen.......................................... 18
Bedieningsschema..................................................... 19
Varen bij temperaturen onder het vriespunt en koud
weer............................................................................ 19
Aftapplug en lenspomp............................................... 19
De boot op een trailer vervoeren................................ 20
Starten, schakelen en stoppen.......................................... 20
Vóór het starten van de motor.................................... 20
Belangrijke informatie – SmartStart............................ 20
Starten van een koude motor..................................... 20
De motor opwarmen................................................... 21
Starten van een warme motor.................................... 21
Schakelen................................................................... 21
De motor afzetten (stoppen)....................................... 22
De motor starten nadat hij in versnelling geschakeld
gestopt is.................................................................... 22
Mensen in het water beschermen..................................... 22
Tijdens het varen ............................................... 22
90-8M0116238
DECEMBER 2015
nld
Hoofdstuk 2 - Op het water
Terwijl de boot stilligt .......................................... 22
Race‑ en speedboten................................................. 23
Mededeling over veiligheid van passagiers in ponton‑
en dekboten................................................................ 23
Boten met een open voordek ............................. 23
Boten met voorop gemonteerde hoge visstoelen
op voetstuk ......................................................... 23
Springen over golven en kielzog....................................... 23
Botsingen met obstakels onder water............................... 24
Bescherming van de hekaandrijving tegen botsingen
.................................................................................. 24
Omstandigheden met effect op besturing......................... 25
Verdeling van het gewicht (passagiers en uitrusting) in
de boot....................................................................... 25
De bodem van de boot............................................... 25
Cavitatie..................................................................... 25
Luchthappen van de schroef...................................... 25
Hoogte boven zeeniveau en klimaat.......................... 25
Schroef selecteren..................................................... 26
Om te beginnen................................................................. 26
Eerste inloopprocedure.............................................. 26
Inloopperiode van 10 uur voor hekaandrijving (nieuw of
met nieuwe tandwielen).............................................. 26
Inloopperiode motor................................................... 26
Inloopperiode van 20 uur ................................... 26
Na de inloopperiode van 20 uur ......................... 27
Inspectie aan het einde van het eerste vaarseizoen.. 27
Hoofdstuk 2 - Op het water
2
Bladzijde 15