3.4
Synchrone start/stop
Bij MOVIDRIVE
•
•
De master en de slave(s) moeten in beide gevallen synchroon kunnen starten/stoppen.
Dit is de voorwaarde voor een juiste werking. Combinaties waarbij de master dynami-
scher is dan de slave, zijn derhalve niet toegestaan.
•
•
In de volgende tabel worden de instellingen of draadverbindingen voor de boven-
staande master-/slave-combinaties vermeld voor de synchrone start-/stopfunctie en de
geactiveerde draadbreukbewaking.
Master-parameters
Draadbreukbewaking:
DO01 = "MOTOR STANDSTILL"
Synchrone start/stop:
DO02 = "OUTPUT STAGE ON"
Als de remfunctie is geactiveerd, moet in elk geval de slave-klem "DRS SLAVE START"
worden geprogrammeerd en bedraad. Dit geldt ook als de master alleen een incremen-
tele encoder is. In dat geval moet een externe besturing het signaal "DRS SLAVE
START" geven.
Als de remfunctie is uitgeschakeld, wordt de positie positiegeregeld gehouden als het
signaal "DRS SLAVE START" wordt weggenomen of als het stopgebied wordt bereikt
(P510).
®
Handboek – MOVIDRIVE
®
-synchroonloop is het volgende gecombineerde bedrijf mogelijk:
de master is minder of even dynamisch als de slave;
de master is een incrementele encoder.
Remfunctie OFF:
Geen regelaarblokkering (DI00 "/CONTROLLER INHIBIT" = "1") en geen ENABLE
(DI03 = "0") Æ slave staat toerentalgeregeld stil met toerental 0.
Geen regelaarblokkering (DI00 "/CONTROLLER INHIBIT" = "1") en geen ENABLE
(DI03 = "1") Æ slave synchroniseert zichzelf met de positie van de master.
Remfunctie ON:
Als master en slave synchroon met toerental 0 stilstaan, wordt de slave-rem toege-
past.
MDX61B Synchroonloopkaart DRS11B
Configuratie
Synchrone start/stop
Slave-parameters
Draadbreukbewaking:
DI-klem = "DRS MAST. STOPPED"
Synchrone start/stop:
DI-klem = "DRS SLAVE START"
Opmerking
Slave permanent vrijgeven.
Binaire uitgangen DO01 en
DO02 zijn niet meer beschik-
baar op de master.
3
11