Configuratie
3
Synchroonloop met baanencoder
3.5
Synchroonloop met baanencoder
12
Bij alle toepassingen waarbij de transmissie tussen motoras en machine krachtsluitend
plaatsvindt (dus niet slipvrij), moet de trajectmeting via een aanvullende incrementele
encoder worden uitgevoerd. Deze incrementele encoder moet vormsluitend op het
bewegende machineonderdeel worden aangebracht. In het vervolg wordt deze encoder
als baanencoder aangeduid. De baanencoder is nodig om de actuele positie van de
slave (G2) te bepalen. De encoder die op de motoras is gemonteerd, wordt bovendien
gebruikt om het actuele toerental (G1) van de aandrijving te bepalen.
Hoe hoger de trajectresolutie van de encoder (aantal getelde impulsen per trajecteen-
heid), des te:
•
nauwkeuriger kan de slave de master volgen;
•
stijver kan de synchroonloopregeling worden ingesteld (grote P-factor);
•
kleiner is de hoekfout tijdens acceleratie en deceleratie.
Vanwege de rekennauwkeurigheid van de synchroonloopregelaar moet de verhouding
van de trajectresoluties (incr./mm) tussen de motorencoder en de baanencoder binnen
een bereik van 0,1 ... 10 liggen. Als de verhouding buiten dit bereik ligt, kan in veel
gevallen een andere baanencodervoortrap worden gebruikt om een betere verhouding
te krijgen.
®
MOVIDRIVE
Slave
DRS11B
DEH11B
DER11B
X15
M
G1
Motorencoder
Afbeelding 1: synchroonloop met baanencoder, gelijkwaardig of keten
•
De master-/slave-reductorfactor instellen Æ hoofdstuk 6.3
•
De factor slave-encoder/slave-baanencoder instellen
Er kan een mechanische overbrengingsverhouding worden aangebracht tussen de
incrementele encoder die het motortoerental bepaalt (G1) en de incrementele
encoder die het traject meet (G2). Deze overbrengingsverhouding wordt ingesteld
met P231 (Factor slave encoder) / P232 (Factor slave sync. encoder).
– Gelijkwaardig:
Het signaal van de master-encoder op X42 wordt via X43 aan de volgende slave
doorgegeven. Alle slaves krijgen dus dezelfde master-encodersignalen.
– Keten:
Het signaal van de baanencoder op X41 wordt via X43 aan de volgende slave
doorgegeven. Het signaal van de baanencoder wordt zodoende het master-enco-
dersignaal van de volgende slave.
X42
Master-encoder
X41
X42 (volgende slave-aandrijving)
X43
Reductor-
overbrengings-
verhouding i
Handboek – MOVIDRIVE
Baanencoder
G2
®
MDX61B Synchroonloopkaart DRS11B
56512ANL