Verhouding tussen parameterwaarden en uitgaand toerental
6
Parameters
Verklaring van
De parameternamen komen overeen met de beschrijving in MOVITOOLS
de parameters
De fabrieksinstelling is onderstreept.
Symbool
Deze parameters kunnen alleen worden veranderd bij regelaarstatus INHIBITED
(= eindtrap hoogohmig).
6.1
Verhouding tussen parameterwaarden en uitgaand toerental
Bij de instelbare parameters (P224, P225, P226, P227, P510, P511, P512, P514) moet
u incrementen opgeven voor de hoekafwijking (bijvoorbeeld als toegestane afwijking of
als offset) tussen master- en slave-aandrijving. Deze incrementen hebben betrekking op
de waarde die de regelaar berekent op basis van de encoderimpulsen. Het aantal enco-
derimpulsen wordt in de regelaar met factor 4 vermenigvuldigd.
Het aantal incrementen dat u bij de parameters moet invoeren, wordt volgens de onder-
staande formule berekend uit de hoekafwijking van de motor:
In te voeren incrementwaarde = motoromwentelingen × 4 × aantal impulsen van
de incrementele encoder
Voorbeeld
Als de foutmelding "/DRS LAG ERROR" moet worden gegenereerd bij een afwijking van
vijf motoromwentelingen en bij toepassing van incrementele encoders met een resolutie
van 1024 incrementen/omwenteling tussen master- en slave-aandrijving, geeft u de
volgende incrementwaarde op in P512 Lag error limit:
In te voeren tellerwaarde = 5 × 4 × 1024 = 20480
Deze waarde kan ook worden toegepast op de uitgaande as van de reductor:
Motoromwentelingen = uitgaande omwentelingen reductor × i
Naast het motortoerental en de reductoroverbrengingsverhouding is ook de voortrap
van invloed op het effectieve uitgaande toerental van de uitgaande machine. In dit geval
kunt u de motoromwentelingen als volgt berekenen:
Motoromwentelingen = uitgaande omwentelingen × i
®
Handboek – MOVIDRIVE
MDX61B Synchroonloopkaart DRS11B
P6..
Parameters
P60.
P600
®
SHELL.
reductor
× i
reductor
voortrap
6
27