2
Inleiding
2.1
Systeembeschrijving
Met de optie "Synchroonloopkaart DRS11B" kan een groep motoren hoeksynchroon
met elkaar of in een instelbare proportionele verhouding functioneren (elektronische
reductor).
De aandrijving die de positie bepaalt, is de "master". Dit kan ook een incrementele
encoder zijn. De aandrijving die de opgegeven positie volgt, is de "slave".
De master- en slave-motoren moeten daarvoor met encoders worden uitgerust.
MOVIDRIVE
aandrijving gebruikt.
De optie "Synchroonloopkaart DRS11B" moet op de uitbreidingsinsteekplaats worden
aangebracht en kan alleen samen met optie DEH11B of DER11B worden toegepast.
Voor de synchroonloop van master en slave moet de slave-regelaar van een remweer-
stand worden voorzien. Voor de master-regelaar kan al naargelang de toepassing bij
generatorisch bedrijf eveneens een remweerstand noodzakelijk zijn.
De getelde master- en slave-impulsen worden met behulp van de parameters
P221/P222 (master- en slave-reductorfactor) omgerekend voor de uitgaande-aszijde.
Ze vormen een maatstaf voor de getelde impulsen per trajecteenheid.
Het systeem bepaalt het verschil tussen de trajectinformatie van master en slave en
slaat deze waarde in de vorm van incrementele-encodersignalen in een interne differen-
tiaalteller op. Afhankelijk van dit verschil worden er binaire meldingen gegenereerd,
bijvoorbeeld "DRS SLAVE IN POS", "LAG ERROR" enz. Deze teller wordt verschillend
geëvalueerd voor de verschillende bedrijfsmodi (P223) (Æ hoofdstuk 6.3).
De besturing berekent de toerentalcorrectiewaarde voor de slave-aandrijving om het
hoekverschil tussen master en slave te minimaliseren. Daartoe wordt het actuele hoek-
verschil met de parameter P220 P gain vermenigvuldigd. Hieruit volgt een correctie-
waarde van het slave-toerental.
•
•
•
Het bewegingsgedrag van de synchroonloopregeling wordt voornamelijk bepaald door
de hoogte van de P-versterking (P220).
•
•
®
Handboek – MOVIDRIVE
®
MDX61B met de optie "Synchroonloopkaart DRS11B" wordt als slave-
Master en slave lopen synchroon, verschilwaarde = 0 Æ correctiewaarde = 0
Slave volgt master, verschilwaarde > 0 Æ correctiewaarde > 0, slave accelereert
Slave loopt vooruit op de master, verschilwaarde < 0 Æ correctiewaarde < 0, slave
decelereert
Als de P-versterking te hoog is ingesteld, heeft het systeem de neiging tot oscillatie.
Als de P-versterking te laag is ingesteld, kan het hoekverschil niet worden terug-
gebracht in de overgangstoestand (acceleratie of deceleratie).
MDX61B Synchroonloopkaart DRS11B
Inleiding
Systeembeschrijving
2
5