P6..
Parameters
6
Parameterbeschrijvingen
P60.
P600
P224 Slave
counter
P225 / P226 /
P227 Offset 1 / 2 /
3
P228 Feedforward
filter DRS
P23x
Synchronous
operation with
synchronous
encoder
P230 Synchronous
encoder
P231 / P232
Factor slave
encoder / Factor
slave sync.
encoder
P233 Synchronous
encoder resolution
P234 Master
encoder resolution
P24x Synchr.
oper. with
catch up
P240
Synchronization
speed
32
Eenheid: [Inc]
Instelbereik: –99 999 999 ... 10 ... 99 999 999
De hoekafwijking in relatie tot de master-aandrijving die in modus 3, 4, 5 en 8 kan
worden geactiveerd, wordt de slave-teller genoemd. In tegenstelling tot de offset kan
deze hoekafwijking worden ingesteld via de functie "Teach In". Afhankelijk van de
modus wordt deze gebruikt als grenswaarde voor de vrijloop of bepaalt deze een
blijvende hoekafwijking voor de slave-aandrijving in relatie tot de master-aandrijving
(= nieuw referentiepunt).
Instelbereik: –32 767 ... 10 ... 32 767 inc.; alleen effectief in modus 6 of 7!
Drie apart instelbare hoekverschillen waarop de slave-aandrijving zichzelf instelt voor
de duur van het "1"-signaal op X40:2 / X40:3 / X40:4.
Instelbereik: 0 ... 100 ms
Setpoint-filter voor de vooruitsturing van synchroonloopregeling DRS11B. Het master-
toerental (bepaald op de DRS) moet worden gefilterd om een optimale vooruitsturing
van de acceleratie van de slave-aandrijving te bereiken. Voor deze filtering moet de
filtertijdconstante worden ingevoerd. De waarde 0 staat voor een ongefilterd master-
toerental.
Synchroonloopregeling met baanencoder (alleen in parameterset 1)
Bij alle toepassingen waarbij de transmissie tussen motoras en machine krachtsluitend
plaatsvindt (dus niet slipvrij), moet de trajectmeting via een externe encoder (= baan-
encoder) worden uitgevoerd.
•
OFF: synchroonloopregeling waarbij de signalen van de aangesloten motorencoder
worden gebruikt. P231 en P232 hebben geen effect.
•
EQUAL-RANKING: doorgave van X42-signalen: "Master encoder" op X43: "Incre-
mental encoder output". Evaluatie van P231 en P232.
•
CHAIN: doorgave van X41-signalen: "Input synchronous encoder" op X43: "Incre-
mental encoder output". Evaluatie van P231 en P232.
Instelbereik: 1 .. 1000
In de meeste gevallen bestaat er een mechanische overbrengingsverhouding tussen de
twee encoders. De parameters worden gebruikt om deze overbrengingsverhouding in
te stellen.
Instelbereik: 128 / 256 / 512 / 1024 / 2048
Instelling van de resolutie van de aangesloten baanencoder.
Instelbereik: 128 / 256 / 512 / 1024 / 2048
Instelling van de resolutie van de aangesloten master-encoder.
Synchroonloop met inhaalproces (alleen in parameterset 1)
Als de slave-aandrijving naar synchroonloop wordt geschakeld, wordt de actuele hoek-
afwijking afhankelijk van de ingestelde bedrijfsmodus in relatie tot de master-aandrijving
teruggebracht. Om dit inhaalproces gecontroleerd uit te voeren, kunnen de parameters
van zowel het synchronisatietoerental als de synchronisatie-integrator worden inge-
steld.
Eenheid: [rpm]
Instelbereik: 0 ... 1500 ... 6000 rpm
Deze parameter bepaalt het toerental van het ophaalproces.
®
Handboek – MOVIDRIVE
MDX61B Synchroonloopkaart DRS11B