Stel hier de snelheid van de ventilator in.
Voorzichtig!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het
huis beschadigen en kan tot een hoger energiever-
bruik leiden.
MENU 5.1.15 - LUCHT-IN-TEMP.
max lucht-in-tmp.
Instelbereik: 20 - 37 °C
Standaardwaarde: 37 °C
min lucht-in-tmp.
Instelbereik: -10 - 25 °C
Fabrieksinstelling omgevingslucht en afvoerlucht: 10 °C
Stel hier de min. en max. temperatuur van de inlaatlucht
voor de F130 in.
MENU 5.1.16 - INSTALLATIE
installatie
Instelbereik: omgevingslucht, afvoerlucht
Fabrieksinstelling: omgevingslucht
Hier stelt u in hoe de F130 is geïnstalleerd.
Dit menu wordt niet gereset als u teruggaat naar de fabrieks-
instellingen in menu 4.9.4 of 5.5.
MENU 5.5 - FABRIEKSINSTELLING
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief instel-
lingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaard-
waarden.
LET OP!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van de
warmtepomp de startgids weergegeven.
MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warmte-
pomp regelen (pompen, wisselkleppen e.d.).
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt gestart,
opent de startgids ook automatisch. Hier kunt u deze hand-
matig starten.
Zie pagina 21 voor meer informatie over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
Voorzichtig!
Er moet een warmtapwatervraag zijn om de com-
pressor te starten.
NIBE F130
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snelstar-
ten gedurende een korte periode, want hierdoor
zouden de compressor en zijn nevenapparatuur
kunnen beschadigen.
Hoofdstuk 8 | Besturing - Menu's
31