De geschiktheid van de doelcellen voor klinisch gebruik kan zijn aangetast.
De doelcellen moeten worden geanalyseerd, anders kan de geschiktheid
voor klinische toepassing zijn aangetast. Onderzoek de geschiktheid van
doelcellen in kwaliteit en kwantiteit ten aanzien van hun beoogde gebruik.
3.1.2 Elektrische gevaren
Bij elektrische instrumenten bestaat het risico van een elektrische schok,
kortsluiting en oververhitting. Elektrische schokken kunnen ernstig
lichamelijk letsel of dodelijk letsel veroorzaken. Gebruik het instrument
niet in het geval van zichtbare beschadiging of als het gevallen is. Neem
contact op met Miltenyi Technical Support.
Door kortsluitingen of oververhitting kan brand ontstaan.
3
De CliniMACS Prodigy is een toestel van beschermingsklasse I en mag alleen
worden aangesloten op een geaard stopcontact.
Elektronische apparatuur kan vonken veroorzaken die kunnen zorgen voor
ontbranding van brandbare dampen of stofdeeltjes, wat tot een explosie
of brand kan leiden.
Risico van elektrische schokken, kortsluiting of het ontstaan van brand.
De behuizing van het instrument vermindert het risico van elektrische
schokken, kortsluiting of brand. Het openen van ieder deel van deze
afdekking van het instrument onderbreekt deze beschermingsmaatregel.
Verwijder geen enkel gedeelte van de afdekking van het instrument en
laat er niets in binnendringen. Alleen een goedgekeurde plaatselijke
Miltenyi Biotec Service Provider mag het instrument openen of onderdelen
ervan vervangen.
Risico van elektrische schok of schade aan het instrument. Risico van
elektrische schokken of beschadiging van het instrument als het instru-
ment wordt gereinigd met overmatige hoeveelheden reinigingsmiddel of
als het is ingeschakeld. Reinig het instrument alleen als het is uitgescha-
keld en als het stroomsnoer is losgetrokken. Voorkom binnendringen van
vloeistoffen in de ventielen en in de vloeistofsensor. Gebruik geen overma-
tige hoeveelheden reinigings- of desinfectiemiddelen, om morsen in het
gasafvoerverbindingsstuk te voorkomen. Zorg dat na het reinigen alle
overtollige vloeistof van de ventielen, de pompkop en het gasafvoerver-
bindingsstuk etc. is opgedroogd.
31