5.4.1 User Management (Gebruikersmanagement)
Om de functie voor gebruikersmanagement van de CliniMACS Prodigy te
gebruiken, moeten er voor alle gebruikers van een bepaald instrument afzon-
derlijke accounts worden aangemaakt en moet hun eventuele set van verschil-
lende rollen worden gedefinieerd.
In principe zijn er twee hoofdcategorieën van gebruikers: operators (gewone
gebruikers) en administrators (beheerders). Een operator start toepassingen op
de CliniMACS Prodigy op en laat deze draaien. Operatoraccounts moeten zo zijn
opgezet dat ze toegang geven tot een bepaalde set aan toepassingen en enkele
belangrijke gereedschappen voor ondersteuning en het oplossen van proble-
men. Een administrator zorgt voor het beheren van accounts en van het
instrument zelf. Een beheerdersaccount omvat meestal de mogelijkheid van het
installeren en wijzigen van accounts en biedt toegang tot bestandsbeheer en
geavanceerde gereedschappen voor het instellen van het instrument.
Aanmaken van een nieuw account
Om een nieuw gebruikersaccount aan te maken, moet in het pop-upvenster van
de Toepassingsservices
User setup
worden geselecteerd (zie Scherm 5.2),
5
3
waardoor het menu
User Management
wordt geopend. Voor ieder account
moeten de gegevens van de gebruiker, een wachtwoord en de specifieke rollen
worden gedefinieerd.
BELANGRIJK
Om het menu 'User Management' te kunnen openen, moet een gebruiker beschik-
ken over beheerdersrechten. Het is daarom van essentieel belang om bij het
installeren van softwareversie 2.0 op het instrument ook beheerdersaccounts aan te
maken!
Het menu
User Management
omvat vier submenu's (zie Scherm 5.2): Users,
LDAP
Groups,
Roles
en Configuration. Bij het selecteren van het menu
User
Management, wordt het submenu
Users
weergegeven, waarin een lijst van alle
eerdere opgezette accounts weergegeven wordt, met alle accountgegevens
daarvan.
79